INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19753532 Bezoekers
33 Bezoekers online
Roelie en ik zijn gauw naar de Marzynski’s gehold en Heleen naar de Klencke’s.
Weldra kwamen ze en werden we van alle kanten gezoend, ook door tante Mies van Noppen. Ze kon er
niet over uit. Ze was bij de bevalling geweest en alles was heel vlug gegaan, een record werkelijk. Na het wassen hebben pappie, Roelie en ik haar naar haar bed gedragen, terwijl He-leentje de weg voor ons vrijmaakte. Wouter Ernst ligt nu lief en heel zachtjes te pruttelen in zijn wieg. Ik kan er niet over uit. Het is toch zo lief, fijn, heerlijk, schattig!
Nu nog even over het begin van de dag. Vanmorgen na het voeren van de kippen kwam er een Chinese familie voor pappie. “Doedoek sadja1”, zei ik.
“Tida, itoe njonja moesti beranak!2” zei toen een oude vrouw , wijzend naar een jong vrouwtje met een pijnlijk gezicht. Gauw pappie gewaarschuwd en hij stuurde me dadelijk weg om Moertina te halen (de “perfleester”). Om 7 uur kwam het vrouwtje, kwart over 7 in bed, om half 8 kwam ik terug en om kwart voor 8 was het kleine Chineesje er al. Een jongen! Mam heeft pappie toen geholpen, want Moertina was er nog niet. Ik hoorde het eerste kreetje en pappie zei: ”Lalaki3”. Ik holde naar de man en riep het hem toe. Hij lachte breed en keek meteen op de klok. Daarna heb ik gauw ontbeten en ben naar les gegaan.
Vanmiddag aten we rijst met heerlijke sajoer en dèng-dèng4. Van 3 tot 5 uur heb ik geslapen en toen gebaad. Na het avondeten kleedden Friso en Paul zich uit en hebben we samen het avondgebed gezegd, waarna mam God vroeg om een kindje, gezond naar lichaam, ziel en geest. Na het amen vertelde ze, dat het kindje in aantocht was.
---------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------
Toen hebben we de laatste zaakjes in orde gebracht en de wieg in de kamer gezet. Mam ging eerst nog eens naar de w.c. en toen naar de kraamkamer. Roelie en ik zijn ons toen gaan uitkleden. Net kwamen we weer terug, of pap-pie vloog de deur uit:
“Een jongen, een jongen!” Hij straalde van blijdschap. Na even wachten mochten we naar binnen. Daar zagen we onze lieve mam. Ze zag er goed uit en lachte zelfs. Op de babytafel zagen we hoe ons Woutertje ingezeept en ge-wassen werd. Toen mam in bed lag, hebben we samen God gedankt.
Morgen vliegen Roelie, Heleen en ik de stad in om het alle bekenden te vertellen. Mijn filmpje zal ik nu ook gauw kunnen inwijden. Nu gauw naar bed, het is al 12 uur.
Wat een heerlijke tijd beleven we nu. Zelfs in al die oorlogsellende mogen we zo gelukkig zijn. Vanmorgen preekte mevrouw Mostert over de levensvraag: “Hebt gij
mij lief?” Ik vond het erg mooi. We mogen niet meer collecteren van “Nippon”, zelfs alle kerkelijke steun is verboden. Echt gemeen.
Gisteren en vandaag hebben we veel bezoek en bloemen gekregen. Een bloemenmand van: mevrouw Fransz, dr. van Ouwerkerk, Bimba, tante Nel (die mand heb ik opgemaakt), meneer Schüsz en verder nog bloemen van de jeugdraad, mevrouw Klencke, familie van der Molen, tante Nine en Richt, tante Jeannette, juffrouw Geisler, Patma, Endjoem en Roos en Hanneke de Klerk. Taartjes van tante Mies, bonbons van tante Nel en een slagroomtaart van familie den Boestert. We zijn zo verwend.
Heleen en Friso logeren bij tante Jeannette. Ik ben al zo’n beetje een babyboek in elkaar aan het flansen.
Woutertje is nu al drie weken oud en groeit als kool. Hij is erg zoet. Eén keer heeft hij al wijd uit gelachen tegen mam en daarna een paar keer een klein beetje. Zijn oogjes kunnen al wijd open. Ik heb al acht kiekjes gemaakt. Ook één van hem op de weegschaal, heel leuk!
Hij krijgt nog steeds cadeautjes, dan weer een broekje,dan weer een paar sokjes.
De verjaardagen van mam en pappie zijn fijn verlopen. Mam vond de tekeningen, die
Noortje van ons allen gemaakt had, heel mooi. Pappie kreeg nieuwe schoenen en kniekousen en van mij een nieuwe kalender. 's Middags aten we rijst, kip en echte appelmoes. Voor de thee maakten we een soort van stroopwafels van waaierkoekjes met stroop er tussen. Vanochtend verscheen heel plotseling Wieneke op het toneel. Ze was uit het kamp gekomen met een ander meisje, dat naar de tandarts ging. Ze vond Woutertje heel lief. Hij was natuur-lijk het eerste, wat we haar lieten zien. Jammer genoeg moest ik gauw weg naar les. Op terugweg heb ik nog wat bloemen voor haar gekocht. Ze kreeg van alles mee, ook eieren uit eigen tuin. Ze maakten het allen goed. Quirientje groeide goed, maar was niet dik. Ze kon al heel verstandig uit haar oogjes kijken.
Een paar dagen geleden kwam Richt ook opeens. Ze had een zieke vrouw naar het ziekenhuis moeten brengen en maakte van de gelegenheid gebruik. Ze zat vol verhalen. Helaas heeft tante Nine veel last van buikpijn.
Nu nog iets treurigs: Tante Cor van Wijk leed al lang aan suikerziekte. Ongeveer een week geleden kreeg pappie een telefoontje, dat ze ernstig ziek was en in Borromeüs was gebracht. Een paar uur later kregen we bericht, dat ze overleden was. Die lieve tante Cor! Ik herinner me haar nog heel goed. Ontzettend jammer, dat oom Piet niet even uit het kamp mocht. Het is ook heel zielig voor Bep om zo alleen achter te blijven. Ze zag er zo ongelukkig uit met de begrafenis. Wij zijn er ook heen geweest.
Ze is op het zelfde veld begraven als Richt’s kindje en meneer van Noppen. Daar legden we ook wat bloemen neer. Bij het lopen langs andere graven troffen me er twee van vliegeniers. Op één ervan stond een stenen gebroken propellor en op de ander een gebogen vliegenier.
Het is daar heerlijk stil en rustig, alleen het gebrom van vliegtuigen verstoort de rust. Na de begrafenis kwam Bep nog even bij ons en heeft natuurlijk Wouter ook mogen zien. Daarna ging ze samen met mevrouw Budding weer terug naar het kamp.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage