INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19859488 Bezoekers
58 Bezoekers online
Heel veel mensen hebben geholpen met het verhuizen. Ik kreeg vrij van Franse les en ben ook gegaan. Alles wat maar kar was, werd gebruikt. Het kwam natuurlijk niet klaar, maar de volgende dag mochten ze verder gaan. De Katholieke zusters hebben zich reuze flink geweerd.
Elke elfde van de maand moeten we onze tuin in orde en netjes hebben. Dan wordt Han II geïnspecteerd, d.w.z. dat deel van het kamp, dat eten haalt van Gaarkeuken II en dat is de Oranjekeuken. Het is al twee keer gebeurd. De eerste keer zijn er hier in de Rijpwijk wat tuinen afgekeurd, maar de tweede keer was het: “Semoea bagoes”
(alles mooi). Onze tuinschaar komt vaak goed van pas.
We hebben ook weer geld moge n wisselen. Nu mochten we niet f 20.- per gezin hebben, maar f 10.- per persoon. Zodoende hebben we plotseling dus f 60.- in bezit, in Japans geld natuurlijk. Wat we nog in Hollands geld hadden, moesten we wisselen.
Wat we ook wel gedaan hebben.
Nu iets over Heleen. Haar hart is niet helemaal in orde. Daarom moest ze nu een hele maand blijven liggen of liever rust houden. Wat lijkt me dat saai zo’n hele maand niets te kunnen meehelpen. Omdat Friso nu ook net die Framboesia-geschiedenis achter de rug heeft, hebben ze nu allebei een zoutloos dieet, niet zozeer om het zoutloze, maar omdat er zoveel groente in zit. Het is erg flauw, maar ze geven altijd wel veel van het lekkere bijgerecht, waar we allemaal van meesmullen. Het doet Heleen ook werkelijk goed. Ze begint zelfs al wat dik te worden, wat ze zelf niet leuk vindt.
Mijn laatste wens voor de toekomst is nu : verpleegster worden. Laatst zijn er weer een heleboel meisjes bij het ziekenhuis aan het Houtmanplein aangenomen. Ze hebben dienst van 8– 2 uur of van 2–8 uur of een nachtdienst van 8–8 uur. Na 10 dagen krijgen ze f 1,50.
Maar....ik kan moeilijk van huis en ze krijgen nog geen lessen, waar het mij eigenlijk om te doen is. Het zou fijn zijn, als pappie later terugkomt, dat ik dan al een deel van de opleiding gehad zou hebben. Ik ga me daar niet uitsloven zonder lessen, terwijl ik thuis zo nodig ben.
Er was ook sprake van dat ik in het kloosterziekenhuis zou kunnen komen. Oom Walter heeft daar voor me geïnformeerd, maar het is daar nu een klein kampje op zichzelf geworden. Als ik er heen ga, kan ik niet thuiskomen en moet er alleen blijven wonen of: we moeten er met zijn allen heen verhuizen, maar daar denken we niet over. Ik kan er wel een opleiding krijgen in het verplegen van operatiepatienten, maar verder wordt er geen les gegeven. Dus dat kan niet; dan later maar. Roelie was erg jaloers, toen ik misschien naar het Houtmanplein zou gaan. Ze wil ook dolgraag, maar ze is nog te jong.
Roelie, Heleen en ik hebben een mooi plan bedacht voor later: we gaan allemaal in een ziekenhuis werken. Roelie wordt dokter, ik verpleegster en Heleen gaat in het laboratorium en de apotheek werken. Zo gaan we alle drie pappie in zijn ziekenhuis helpen. Een prachtplan, maar wat zal er van komen?
Er komen hier dagelijks mannen uit het Bloemenkamp werken. Ze moeten het bilik herstellen, goten schoonmaken, verstopte leidingen doorsteken, enzovoort. Ze kregen een bijnaam, die niemand raden kan: de “kneusjes”!
We hebben weer twee keer spek van de toko gehad: 40 gram per persoon. Wat smaakt dat toch verschrikkelijk lekker!
Het bijbelklasje gaat nu geregeld door. Ik heb ze een nieuw versje geleerd: “‘k Breng mijn kleine gave...” Het bidden voor en na het verhaal vind ik niet zo moeilijk meer. De kinderen komen vrij geregeld, vooral de twee dikke vriendinnen Mieke Tonsbeek en Mieke Bakker zijn er altijd.
Mam’s verjaardag!
Roelie en ik waren al vroeg op om nog wat dingen klaar te maken. Gisteravond hebben we alle cadeautjes op het ronde tafeltje uitgestald en er een wit laken overheen gedaan. Er stak een grote punt boven uit, dat was de Hongaarse pop. Onder Roelie’s vliegenkap hebben we de taart met klontjes gezet. Toen we allemaal aangekleed waren, de box buiten stond en Wouter zijn feestpak aan had, heb ik mam naar binnen gebracht, terwijl we zongen: “Lang zal ze leven.... “ Toen ging het laken weg en .....daar lag de kleurige verzameling cadeautjes! Eerst werd de taart onthuld, die z.g. uit Tjimahi kwam. Mam vond hem erg mooi en had niets van het maken gemerkt. Toen kwam de theemuts aan de beurt, bijna onherkenbaar, zo mooi was hij geworden. Toen volgden de klerenhangers, het L-lepeltje, de klompen, het L-broche en de pannelap. Mam was erg verbaasd, dat we nog zoveel hadden kunnen maken. Mevrouw de Weeger had geprobeerd Wouter uit te tekenen, maar dat was een mislukking helaas. Tante Emy gaf mam een snoezig klokkleedje en oom Ies een lepel en vork, kunstig gesneden uit bamboe. Van Wieneke een hartvormig speldekussentje met bloemetjes, van Rob een kaartje voor een voorstelling van Corry Vonk en Quirientje kwam zelf een zakje koffie aan-dragen. Zo leuk! Er kwam nog heel wat bezoek, een gezellige drukte. Bep van Wijk kwam ook nog even en bracht twee zelfgemaakte schouderbandjes en een heel mooi kleedje mee, dat ze in haar pap gesteven had. (Wat we al niet moeten eten tegenwoordig!) Van tante Nine en Richt een stel aanpakkers, die we heel goed kunnen gebruiken. Van mevrouw Schut (één van onze buurvrouwen) vier leuke knopen in de vorm van de Hollandse Leeuw (uit triplex). Er stond met grote letters bij: “Vrijheid, blijheid!”.
Van mevrouw Tonsbeek en Mieke een heel toepasselijk Kamp-a.b.c. Van juffrouw de Quaasteniet een blauw schort en van mevrouw de Ridder een lekker zeepje.
Iedereen prees de oebi- taart en mam vond hem ook heerlijk. Het is een fijne dag geweest, alleen pappie ontbrak aan ons geluk. Veel mensen zeiden dan ook: “Het volgend jaar beter....”. We hopen het van harte.
Vorige Vrijdag zijn “Tolen en van Lier” hiernaast bij de apotheek geweest. Het waren mevrouw Schneider en juffrouw Richter, die in smoking gekleed allerlei liedjes, vooral spotliedjes over dit kamp, ten beste gaven. Wij waren ook uitgenodigd, maar ik kon net niet, om-dat ik toen mijn bijbelklasje had. Dat was vrij gauw afgelopen en toen ik eens door de heg gluurde, zagen de andere luisteraars me en riepen me binnen. Fijn! Zo heb ik nog het grootste gedeelte mee kunnen luisteren. Werkelijk enig!
Eén liedje had als refrein: “Ome Piet ging naar Formosa, Hij voelde zich een G.G. , die hij dadelijk tutoyeerde, want daar reisde hij toch mee”.
Verder waren er liedjes over de vuilnisbak, de schoenenwinkel in het Emmahofje, het “Paradijs”(d.w.z. het Bloemenkamp), de tapdansen, een Engels liedje, het menu, kippensoep, de bonnen en nog enkele andere. Ook een paar ernstige liedjes: Herinnering en Troost. Daarvan weet ik alleen nog een slotzin: “Dan denk je bij je zelf: Wat is het leven toch mooi!” Het geestige openingslied miste ik helaas, maar aan het eind kwam een leuk sluitingslied. In elk geval was het een reuze fijne middag en ik hoop de liedjes later nog eens te pakken te krij-gen.
Onze lessen Frans en Engels gaan nu geregeld door, van elk twee uur in de week. Soms is het huiswerk wat veel, maar meestal komt het wel goed af.
Vandaag hadden we in de kerk een Pinksterwijding voor de jongerengroepen C.J.C. en de A.C.J.C., heel mooi. Mevrouw Mostert heeft gesproken en Janneke Boersma heeft een lied gezongen. Het vorig jaar zongen we dat lied met het koor. Morgen is er ook Pinksterwijding voor de oudere mensen.
Het hele kamp is in opwinding, want er zijn Rode Kruis-pakketten van Amerika ge komen, grote en kleinere. Op het dameskantoor is er één opengemaakt en de inhoud ervan is uitge-stald. Mmmmmm! Wat zag dat er lekker uit!
De uitdeling! Vanmiddag om 4 uur bij het appèl zei juffrouw van Dam me, dat ik bij haar huis zo’n pak mocht afhalen. Ik holde erheen en bracht het triomfantelijk binnen.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage