INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19753346 Bezoekers
11 Bezoekers online
Vandaag zijn we naar Corrie Vonk geweest. We dachten allemaal, dat het om zes uur begon, maar opeens zei mevrouw Leefers, dat het om half vijf begon. Toen was het al 10 minuten voor half vijf. Wat hebben we gehold! Natuurlijk waren we te laat, maar we konden toch naar binnen en hadden maar weinig gemist. Mam is direct Wieneke gaan waarschuwen, maar zij was ook te laat en is niet meer naar binnen gegaan. Jammer, want het was erg leuk! O, die gezichten van Corrie Vonk, je lachte je naar! Verder speelden er nog mee: Puck Meier, Pam de Hartog, Greet Hanneman en nog enkele dames. Dit cabaret heette: “Les deux ânes”. Ik vond het A.B.C.-cabaret, dat ik op het lyceum had gezien, toch nog veel leuker.Toen was Wim Kan er nog bij en meneer de Hartog. Toch was dit ook heel grappig en soms heel ernstig.
Greet Panneman droeg een stukje voor, waarin ze de rol speelde van een meisje, van wie de ouders net gescheiden waren. Het heette: “Ik heb voor school een reuze nieuwtje....!” Maar het was zo zielig.
Roelie en Heleen vonden het stuk het leukste, waarin Corry Vonk voor Amsterdamse schooljongen speelde. Reuze goed!
Vanochtend ben ik naar een “stille” dienst gegaan, dus zonder preek en zonder zang. Ik vond het heerlijk, zo stil en rustig. Je kunt God al je gedachten wijden zonder door iets gestoord te worden. Af en toe speelt het orgel en dan kun je de liederen volgen, die op een bord aangegeven staan. De volgende week ga ik weer.
Een dag vol emoties!.
Om half één ging opeens in alle straten de gong of de bel. Extra appèl en huiszoeking! Roelie en ik waren juist op Engelse les en zijn naar huis gehold. Gauw de nodige dingen verstopt of opgeborgen. Een poosje later kwamen er inlandse soldaten om de straten te bezetten en de mensen te beletten hun huis weer in te gaan. Tot ongeveer 4 uur hebben we op de berm van de weg moeten wachten. Toen kwam er een stel Jappen aan, waarvan elk telkens een huis doorzocht. Ze kwamen al dichter en dichter bij. Eindelijk ging er één bij ons naar binnen. Een dame van het kantoor ging met hem mee. Na een hele poos kwamen ze naar buiten met...... onze gereedschapskist. Ach, wat jammer! Maar die mevrouw deed of ze het haast niet kon dragen en wij schoten toe om te helpen dragen. En onderweg gooiden we links en rechts er van alles uit. De bijl, de hamer, de nijptang en nog meer! Ook de kist van mevrouw Vink moest mee. Daar hebben we ook nog eerst het nodige uitgehaald. Maar toch, er zat nog genoeg in om het jammer te vinden. Bij andere mensen zijn nog landkaarten, schemerla m-pen, fietsonderdelen en banden, medicijnen, foto albums, enzovoort weggehaald. Wat de huiszoeking betreft. die was knudde. De Jap had alleen maar even in onze kasten gesnuffeld. We hadden er helemaal niet aan gedacht, dat gereedschappen ook meegenomen zouden wor-den. We zijn toch blij, dat ze geen andere dingen meepikten.
Vandaag zag ik Geeke den Boesterd bij de gaarkeuken en ze vertelde, dat Joan waarschijnlijk bij zijn vader zit. Daar kan hij pappie dan in het ziekenhuis vinden.
Vanmiddag op de C.J.C. hield Liselot van de Veen een lezing over het leven van Franciscus van Assisi, maar het was jammer, dat ze de zinnen nogal door elkaar haalde. Maar ik verheug me al op de volgende keer, want dan moeten we allemaal in het kippenhokje van Corrie Vonk komen en krijgen we declamatie met muziek van mevrouw Homan. Zouden het de-zelfde gedichten zijn van de vorige keer?
Zondag. Tegenwoordig kunnen we met dat vroege appèl nooit uitslapen. Ik ben toch niet naar de stille dienst gegaan, want mam is hier bij ons een preekgroepje begonnen. De preek krijgt ze van mevrouw Mostert. Meerdere dames hebben zulke groepjes, die uit ongeveer 10 personen bestaan. Roelie en ik mochten ook meeluisteren.
De tekst was echt voor deze tijd, uit Job: “Zou ik de goede dingen wel uit Gods hand aanne-men en de kwade niet?”
De vorige week Woensdag zijn we naar mevrouw Homan geweest. Ze heeft prachtig voorgedragen: “Lucifer” en daarna nog drie kortere gedichten, o.a. “De werkeloze”, dat ik de vorige keer al gehoord had. De andere waren: “Terugkeer” en “De triomftocht der tege n-woordige eeuw”. Het was fijn!.
Gisteren is mam met Heleen naar dr. Deenstra geweest om haar keel na te laten kijken. Waarschijnlijk moet ze naar het ziekenhuis voor haar amandelen. Mam heeft aan juffrouw Engel gevraagd, of Paul dan ook niet gelijk geholpen kon worden, want hij heeft er ook vrij veel last van. Nu wachten we op het antwoord van dr. van de Broek. Arme Heleen en Paul. We raken nu door onze rijstvoorraad heen en hebben vaak honger. We krijgen dan ook bitter weinig. Van de gaarkeuken per persoon per dag: ¼ l dunne soep, 90 gr. rijst, 200 gr. brood en om de drie dagen: 60 gr. suiker en 60 gr. zout. Af en toe een stukje tahoe of tempé en een plantje selderie. Bij de toko zijn de ochtendbeurten ook al vervallen. Paul had laatst rode vlekken op zijn voeten en dat bleek vitaminegebrek te zijn. Gelukkig vond mam nog een Cenovis-blik met vitaminepoeder. Daar krijgen we nu elke avond wat van.
Vandaag is het oma Willie’s verjaardig. Hoe zou ze het maken? Zou ze nog leven? De mens wikt, God beschikt. Pappie zal nu ook wel aan haar denken.
Gisteren kwam dr. van de Broek met het bericht, dat Heleen Woensdag opgenomen kan worden. Maar Paul nog niet. Ze is er wel blij om, want ze heeft veel last van haar amandelen. Het is ook fijn, dat ze onder de hoede van dr. Dake komt.
We krijgen weer een nieuw Japans kamphoofd, want Muruwi gaat weg, maar ik weet niet of het een verbetering zal zijn.
Dan nog iets leuks: Wouter loopt en heeft al één kies. Op 4 Augustus deed hij zijn eerste drie stapjes! En nu kan hij het al zo goed, een grappig dribbelpasje. Hij is vandaag 15 maanden oud. Hij kan zo lief zijn, vooral s’morgens vroeg, als hij uit bed komt met: “Papa, papa!”
Enige dagen geleden was het heel mooi weer. Ik zat 's middags bij de put te lezen in het boek “Duikelaartje” van Nes-Uilkens. Dat verhaal over de belevenissen van een doktersvrouw sprak me aan. Ondanks alle tegenslagen vond ze telkens de moed om verder te gaan. Ik dacht: “Waar haal ik eigenlijk de moed vandaan om telkens weer verder te gaan?” Opeens dacht ik aan de bijbelse verhalen, die pappie en mam ons verteld en voorgelezen hadden. God was het, die telkens weer uitredding gaf en Jezus zorgde voor ons als een goede Herder. Bij het denken over deze dingen werd ik heel blij van binnen. Zo’n intens gevoel van blijd-schap had ik nooit gekend. Dat gaf me nieuwe moed, ook hier in het kamp met zijn honger, uitzichtsloosheid en trieste dingen.
“Vele dingen zijn goed en grappig en vrolijk en hebben zonneschijn in hun diepte, en als je ze maar doet, echt doet, goed doet, doet naar Gods wil, dan moet alles immers goed komen”. Dit las ik laatst ergens en het trof me, doordat het zo juist gezegd is. Tenminste, zo voel ik het.
Zondag vandaag. Vanochtend hadden we hier thuis weer “kerk”, d.w.z. er wordt een preek en een paar gezangen voorgelezen. Verscheidene dames waren ziek en daarom waren we maar met ons zessen. Mam las de preek voor over de tekst: “Hij klopt aan onze deur...”. Daarna ben ik ook nog naar een stille dienst in de kerk geweest, want ik moest na afloop de deuren sluiten.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage