INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19193643 Bezoekers
11 Bezoekers online
Adel.
Op Java en Madoera en in verschillende streken van de buitengewesten (maar lang niet overal) treft men een erfelijke adelstand aan.
Hiertoe behoren de afstammelingen van de regerende of van een geregeerd hebbende vorst, alsmede zij die door het Gouvernement of de vorst zijn geadeld (alsmede hun wettige nakomelingen).
De voornaamste titels op Java zijn: Pangéran, al dan niet gevolgd door Ario (vr. Ratoe of Rade Ajoe); Raden Mas, al dan niet gevolgd door Ario of Pandji; (vr. Raden Ajoe); Raden (vr. Raden Ngaten) of Mas.
Bij de Minangkabausche Maleiers kan men tot de adel rekenen de penghoeloe (langs de vrouwelijke lijn erfelijke hoofden) kenbaar aan hun erfelijke bijnamen (galar poesako), alsmede hun familie.
In Zuid-Celebes hebben de afstammelingen van de vorsten en regenten de titel Karaéng (Mak.) of
Aroeng (Boeg.), die van andere aanzienlijken Daéng.
Zie ook onder Pangéran en onder Vorstenbestuur.
Voor de afstammelingen van Mohammed, n.l. van de zoons van zijn dochter Fatimah en haar man Ali, genaamd Hassan en Hoessein, gelden respectievelijk de titels Sjarif en Sajid (vr. Sjarifah).
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage