INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
20031304 Bezoekers
65 Bezoekers online
De Zeereis van Holland naar Ned. Indië in oorlogstijd.
15 Januari 1918
Inleiding.
Den 15e Januari 1918 lag het stoomschip "Nieuw Amsterdam" onder stoom voor de kade te Rotterdam. Laat in den avond zou het vertrekken, hetwel in dezen tijd van diepen oorlogsdruk, voor geheel Nederland een bijzondere gebeurtenis was. Reeds in geen drie maanden was een passagiersschip vertrokken zoodat de stoomer werd volgeboekt met 1600 passagiers en c.a. 200 koppen bemanning. Uit bijna elk plaatsje van Nederland kwamen meerdere passagiers, zodat het op dien avond in de omgeving der kade een meer dan gewone drukte was. Na een hartelijk doch zwaar afscheid begaven wij ons om 10 uur in den avond aan boord. We werden tot den ingang der loods vergezeld, doch na de overtreding der loopplank waren we van de familie voor zes lange jaren gescheiden. In woorden is dat een heele indruk doch in de drukte der inscheping van menschen met allen eenzelfde of nog hardere scheiding valt zulks minder zwaar. Totdat we de statietrap welke wit besneeuwd was bereikt hadden, was de drukte door het laten visiteren der handbagage het nazien der passen en reisbiljetten een goede oplossing voor het herstellen van ons zenuwgestel.
(Foto van de webmaster: stoomschip "Nieuw Amsterdam")
Welgemoed stapten we aan boord alwaar we - door het volle elecrische licht en de ongewoon groote drukte, van bedienden, sjouwers en van tassen voorziene passagiers - opeens niet meer aan den vooravond dachten. Spoedig werden we naar onze hutten geleid door een bediende, die ons voerde door lange smalle gangen en langs trappen belegd met rubber en zalen met dikke kleeden. Ik vermoed stellig dat de bediende ons een omweg bezorgde want nimmer vond ik de weg zo lang als de eerste keer. Enfin in de hutzaal aangekomen werden ons de appartementen aangewezen, welke ons op dat moment erg geschikt leken. Aldra kwamen we tot de overtuiging dat het noodhutten waren en wat later bemerkten we ook dat de ligging juist boven de schroef en onder de stuurkamer was.
Onder onze hutgenoten waren mensen die meer gereisd hadden en deze verzekerden aldra, als we aan het varen zouden zijn er een hels leven in de hut hoorbaar zou zijn en grote duikelingen der boot voelbaar zouden zijn. Met deze luitjes en de overige hutgenoten maakten we dienzelfde avond kennis. De appartementen van mij en Jeane waren vlak bijeen. In mijn hut waren nog drie heeren wiens vrouwen bij Jeane in de hut logeerden. Het was aldus een stelletje van acht waarbij zich weldra twee kennissen van een der familie's aansloten.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage