INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19870587 Bezoekers
42 Bezoekers online
De Zeereis van Holland naar Ned. Indië in oorlogstijd.
19 Januari - 25 Januari 1918
De dagen van wachten - 1.
De volgende dag gingen we met even veel hoop op vertrek de avond tegemoet als de vorige. Velen waren er die zeiden we vertrekken voorlopig nog niet, maar niemand mocht ook maar even aan wal en dat sprak hun bewering toch tegen want voorheen was zulks met andere schepen ook wel eens zoo geweest doch dan gingen de volgende dag de passagiers van boord. Afwachten was dus de boodschap en een vreemde tafel smaakt de eerste dagen meestal goed. Het ontbijt s'morgens was dan ook uitstekend. We aten heerlijk wit brood wat voor ons die al drie lange jaren oorlogs brood aten een traktatie was, daarbij kregen we om de andere dag eieren, konden havermout of gort vooraf eten en verder de bijspijzen a la carte waarop kaas, jam, worst en vleesch in den regel voorkwamen. Vooral de jams waren uitstekend. Op bldz. 7 vinden we het menu van de dag, nu zulks is voor een Hollander in oorlogstijd een zeer goede tafel. Het is echter jammer dat de spijzen, vooral de diner op engelsche wijze zoo schraal mogelijk en alle groenten in een watersaus bereid werden waardoor we na een paar dagen hoofdzakelijk waren aangewezen op het Breakfast en de Supper.
Het was echter als overal, die het thuis niet al te breed hadden klaagden hier steen en been. Maar doch laat ik verder gaan met U te vertellen dat we nog steeds onder stoom voor de wal liggen. We hebben zelfs al zoveel kolen verstookt dat een lichter langszij komt om bij te laden. Alzoo verliep ook de tweede dag zonder dat we van wal noch aan wal mochten. De volgende dag ( 18 Jan.) begon weer evenals de vorige dag. We werden evenwel wat meer bekend met onze omgeving en aldra begonnen wij en verschillende andere clubjes een spel kaart. In de middag kwam de jongste zuster van Jeane in een roeibootje langszij en beloofde zij als we Zondag nog hier waren met de heele familie te komen. Dat was een gelukkig ogenblik voor ons want nu kon zij de familie mededeelen dat we het aan boord goed hadden. Eveneens hoorden we dat moeder er flink onder was hetwelk volgens mijn gedachten een opluchting voor Jeane was doch het zien harer zuster deed haar denken aan huis, waardoor zij dien avond eenigzins terneergeslagen en onder de indruk was. Een goed woordje van hare hutgenoten bracht haar alras in slaap en de volgende dag was alles weer in orde.
Ook deze dag (19 Jan.) was als de vorige alleen begon een ieder zich meer en meer te vervelen. Maar och, morgen is het Zondag dacht ieder en dan verwachten we familie want het langszij varen was nu aan de orde van den dag. Onze familie geboren en gegroeid in de stad aan de Maas was er natuurlijk ook soms met drieen tegelijk op Wim's sleepbootje. (Wim was een broer van Jeane en kaptein op een sleepboot red.). Daar dan brak de Zondag aan (20 Jan.) en al heel vroeg kwam Leo met de kinderen op het veerbootje aan, (Leo is een broer van de auteur red.), een pakje in de hand met een inhoud van chocolade en sigaren wat door de bemiddeling van den portier ons werd gebracht. Ze kwamen tot vlak bij de boot en met gebaren en hard schreeuwen konden we enige woorden wisselen. In de middag kwam de geheele familie in een groote roeiboot langszij en juist waren zij weer even aan wal geweest om chocolade te kopen en dit door middel van een touw op te laten hijschen toen het bericht kwam dat we een oogenblik aan wal mochten doch voor eigen risico dat wil zeggen dat we bij het terugkomen wel eens geweigerd konden worden. Velen evenwel trokken zich daar weinig van aan en gingen envenals wij aan wal alwaar de familieleden den hand gedrukt kon worden. Zoo verliep deze dag met eenig meer vermaak dan de vorige dagen.
Den volgende dag (22 Jan. ?) mochten we al vroeg aan wal waarvan bijna iedereen gebruik maakte. Ook wij gingen aan wal doch niet naar huis want afscheid nemen valt de tweede keer nog zwaarder. Zulk een dag was natuurlijk vlug voorbij, we beschouwden dan ook de Nieuw Amsterdam als ons drijvend hotel. Ook de volgende dag (23 Jan.) mochten we aan wal, om nu altijd te wandelen in een stad waar men geboren is valt niet mede, en daarom ging Jeane met de familie Heijn de stad in terwijl ik de familie zou gaan bezoeken en hun voor te bereiden op een bezoek met Jeane den volgende dag. Dat zou wel gaan zei Moeder ze zou het zelfs leuk te vinden en daarom gingen we al vroeg den volgende dag naar Moeder (24 Jan.). Na een bezoek van een halve dag - terwijl ik ook even naar mijn broer Leo ging - namen we afscheid met de woorden: morgen komen we terug want we hadden verlof tot de volgende dag 12 uur s'middags. Des avonds werd er evenwel een bericht aangeplakt dat de passagiers niet om twaalf doch om elf uur voormiddag terug moesten zijn. Dit was voor de passagiers die s'nachts wegbleven omdat ze in een andere stad woonden een onbekende grootheid waaraan zij dus niet konden voldoen. Enfin het werd morgen en reeds om negen uur was er groote bedrijvigheid (25 Jan.) aan boord aan de wal en op het water. De sleepbootjes der maatschappij voeren af en aan, de groote sleepbooten waren allang weg deze vertrokken reeds 2 dagen eerder en wachtten ons te Hoek van Holland.
Om 10 uur was een ieder al overtuigd dat we zouden vertrekken en om 11 uur lag zelfs alles al klaar terwijl de vertrekvlag reeds in top was. Er waren evenwel nog verscheidene passagiers aan land doch om 12 uur waren allen op een na present. Te half een werd de eerste stoot op de zware stoomfluit gegeven en langzaam werd en de trossen verbonden aan de sleepbooten vastgemeerd. De kade aan beide zijden stond zwart vol menschen, onze familieschaar zou zich op de Heuvel (in het park tegenover de kade van de Holland-Amerika lijn red.) met geheven geopende paraplui opstellen terwijl de portier hun zou telefoneren, als het vertrek bekend was, hetgeen dan ook geschied zal zijn want nauwelijks enkele minuten varens ontwaarden we de paraplui daarna gezichten van de grootsten af en toe Riek (Zuster van Jeane red.) met haar lichte mantel en daarna bijna alle kinderen en zelfs tot onze overgroote vreugde onze lieve Moeder die we eigenlijk niet verwacht hadden.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage