INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19753319 Bezoekers
31 Bezoekers online
Bedevaart naar Mekka,
Deze bedevaart hadj (omgang; godsdienstfeest) geheten, moet volgens de Koran worden beschouwd als een godsdienstplicht van iedere Moslim (Mohammedaan).
Zij heeft plaats in de laatste maand, Dzoel-hiddjah, van het Mohammedaanse jaar.
Op zijn laatst moet de pelgrim op de 7e van die maand te Mekka zijn.
Alvorens de 8e naar Arafah te vertrekken moet hij de ihram hebben aangenomen, d.i. hij moet zich door onthouding van verschillende zaken in een toestand van godsdienstige wijding brengen.
Te Arafah heeft de 9e de woehoef (zich ophouden, vertoeven) plaats.
De namiddag tot even na zonsondergang moet men op de vlakte bij den berg van Arafah in gepaste godsdienstige stemming doorbrengen met gebeden, reciteren van Koranteksten enz.
Valt de 9e op een vrijdag dan is de hadj buitengewoon gezegend en is de toeloop van pelgrims groter
dan in andere jaren.
Na zonsondergang gaat de tocht naar Moezdalifah.
Deze gang (ifadhah geheten) moet snel worden volbracht.
Nog voor zonsopgang wordt de tocht voortgezet naar Moena, alwaar (dus de 10e) ieder zeven steentjes één voor één moet werpen naar de ,,steenhoop van de Akabah" onder het telkens uitspreken van de woorden: ,,In naam van Allah, Allah is groot.”
Hierna worden talloze offerdieren geslacht.
Daarna gaat men naar Mekka, alwaar de ,,tawaf” om de Ka'bah moet worden volbracht, gevolgd door de sa’j tussen Safa en Marwah (tenzij men die te voren heeft volbracht).
De tawaf (omgang) is een zevenmalige omgang om de Ka’bah, ,,Allah’s huis" - een kubusvormig gebouw in de moskee te Mekka. – waarbij ook de ingemetselde zwarte steen moet worden gekust of aangeraakt.
De sa’j, (loop) is de zevenmalige - op nauwkeurig voorgeschreven wijze - loop tussen Safé en Marwah.
Hierna mag men de ihram-staat afleggen.
Zonder tawaf en sa’j plus woekoef te Arafah, is de hadj ongeldig.
Een bepaald gebied om de moskee is heilig (haram).
Te Djeddah is een Nederlandse zaakgelastigde gevestigd voor de behartiging van de belangen van de
Nederlandse onderdanen die ter bedevaart naar Mekka gaan.
De Ned. Indise regering heeft tal van maatregelen getroffen ter behartiging van de belangen van de pelgrims: nopens reispassen, vervoer van de pelgrims, pelgrimschepen (Pelgrimsordonnantie 1922), vaccinatie, quarantainestations, enz.
Het aantal pelgrims uit de archipel is aanzienlijk.
Het houdt uiteraard verband met de conjunctuur.
In 1933 bedroeg het ruim 17.000 (voor den oorlog soms 50.000), verreweg het grootste aantal van
alle landen (Brits-Indie ruim 9600).
Zij worden te Djeddah opgewacht door pelgrimsgidsen (sjech) die hen voorlichting geven en rondleiden.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage