INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19593980 Bezoekers
19 Bezoekers online
Besnijdenis.
Deze bestond in de archipel waarschijnlijk al voor de invoering van de Islam, echter sporadisch. Overigens is het een Semitisch gebruik.
Het besnijden geschiedt door doekoens: jongens door mannelijke, meisjes door vrouwelijke.
Bij de meisjes heeft het feitelijk geen zin: het gebeurt al als ze 3 maanden oud zijn; de bewerking bestaat uit het even krabben met een mesje op
de clitoris.
Bij de jongens gebeurt het later, meestal in hun 15e jaar, kan echter op alle leeftijden tussen de geboorte en manbaarheid plaats hebben. De bewerking kan geschieden door incisie (insniiden) en circumcisie (afsnijden); de laatste is vooral op Java algemeen.
De gebeurtenis is een feestelijkheid.
Hierna moeten zij thuisblijven en allerlei zaken vermijden.
Nu is ook het tijdstip aangebroken waarna de jongens niet meer naakt mogen lopen en zij de haren laten groeien.
De Islam schrijft de besnijdenis niet gebiedend voor maar zij is sonnat, d.i. aanbevelenswaard, vandaar dat sonnat in engere zin ook wel besnijdenis betekent.
Op Java hecht men aan de besnijdenis veelal de betekenis van toetreding tot de Islam, hoewel deze godsdienst zelf daarvoor een anderen eis stelt.
De besnijdenis komt ook voor onder de Papoea’s, Alfoeren, Dajaks enz. waaruit mag worden afgeleid dat het gebruik oud-Polynesisch en niet uitsluitend Semitisch is.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage