INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19881149 Bezoekers
70 Bezoekers online
Boeddhisme.
Een heilleer met doelstelling verlossing uit de ellende van het aards bestaan.
De stichter heet Gautama te zijn, een vorstentelg uit het geslacht Gakija in de hoofdplaats Kapilawastoe, die asceet werd en de volmaking (Boedha) bereikte.
Waarschijnlijker echter is dat het Boeddhisme geleidelijk, door zachte overgang is ontstaan dan door stichting door één persoon.
Het is ontstaan 5 à 6 eeuwen voor C. uit het Hindoeisme, was vroeger één met het Ciwaisme en is eveneens uit Hindoestan in de Archipel gekomen in de 6e of 7e eeuw n. C.
Op Java bestonden het Boedhisme en het Ciwaisme broederlijk naast elkander.
Volgens de overlevering zou de verbreiding van het Boeddhisme buiten Hindoestan zijn te danken aan de tot die godsdienst bekeerde vorst Agoka (3e eeuw na C.) in Voor-Indië, die speciale torens (dagols, pagode’s) liet bouwen waarin Boedha-relikwieën werden bewaard. Andere vorsten volgden later zijn voorbeeld.
De Boroboedoer is waarschijnlijk ook een Agoka pagode.
In Midden-Java zijn de meeste Boeddhistische oudheden; West-Java is er arm aan.
Resten van het Boeddhisme vindt men op Bali in Karang Asam, te Moearatakoes (onderafd. Bangkinang, zie aldaar, res. Sum. W.k. vide afbeelding), in de Batanghari-districten (Loeboek Boelan) eveneens aan de W.-kust van Sumatra, doch van jongere datum, 14e eeuw (vide afbeelding), in de onderafd. Padanglawas (res. Tapanoeli).
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage