INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19870609 Bezoekers
42 Bezoekers online
De nacht bleek veel te kort toen wij werden gewekt was het moeilijk op te staan. Ondanks de vermoeidheid en de harde tegels had Hardeman goed geslapen.
‘Overal! Wakker worden. Kleed je snel aan en ga naar de kombuis.,’ riep sergeant Wikkers. Hij was gekleed in gevechtstenue..
‘Ploegcommandanten, zorgen jullie dat er steeds een wachtpost aanwezig is. De rest van de dag blijven we hier. Afwachten op nieuwe orders. Probeer je vuile kleding te wassen.’
‘Waarom blijven we vandaag hier, korporaal’ vroeg Hardeman aan korporaal Van Marken.
‘Ik weet er geen moer van. We horen dat nog wel. Laten we eerst maar zorgen dat we wat te eten krijgen. Van die K-rations wordt je impotent,’ grapt Van Marken.
Hij was meer ontspannen nu. Iedereen was wel wat aan het doen of op weg naar de kombuis of zat op wacht.
Na het ochtend eten ging Hardeman zijn plunje wassen. Het was nu nog vroeg en warm dus konden kledingstukken snel drogen.
‘Anton, kom op we gaan plunje wassen. Dan hebben we straks weer een schoon pak in de rugzak,’ zei Hardeman tegen Herker.
‘Er is water genoeg hier.’
‘Het heeft weinig zin om mijn dungaree te wassen. De broek en jas zijn gescheurd door doe bamboe van gisteren.’ zei Herker.. ‘ Ik kan het net goed weggooien.’
‘Doe dat nou maar niet. Trek het maar weer aan als we hier weer vertrekken,’zei Hardeman.
‘Daar heb jij weer gelijk aan. Kom op dan gaan we maar.’’ zei Herker. Hij pakte zijn plunje bij elkaar en ging gevolgd door Hardeman naar een wasgelegenheid in de moskee.
Het wassen bestond alleen maar uit het flink uitspoelen van de kleding. De modder er af en het zweet er uit. Er waren meer mariniers bezig met het wassen van hun plunje. Overal lag al plunje te drogen. Hardeman en Herker legden hun kleding op het dak van de wasruimte. Dat dak werd bloedheet en daardoor zou de plunje snel drogen.
‘Sergeant Wikkers was bij een bespreking geweest met de pelotonscommandant en zei,’ Jullie kunnen Pandaan gaan bekijken. Wapens meenemen en ga niet alleen. Ga nergens naar binnen. Er moet wel een geweergroep in de moskee blijven. Regel dat zelf.’
Onmiddellijk werd er een wachtdienst geregeld eb even later gingen de mariniers Pandaan verkennen. Veel was er niet te zien. De bevolking leek schuchter en stak zoals gebruikelijk de duim omhoog. Er was vrijwel geen contact met de bevolking. Hardeman en zijn vrienden maakten een flinke wandeling en gingen terug naar de moskee. Compagnie ‘L’ bleef deze dag in Pandaan terwijl compagnie ‘K’’ bezig was met Poerwosari te bezetten.
‘Groep twee, komen jullie allemaal hier,’ zei sergeant Wikkers, hij kwam met zijn collega groepscommandanten de moskee binnen. De andere groepscommandanten verzamelden ook hun mensen.
‘Is iedereen aanwezig?’
De ploegscommandanten meldde dat hun ploegen aanwezig waren.
‘Goed, luister uit. Morgenvroeg trekken we op naar Lawang. Iedereen zorgt er voor dat hij zijn spullen bij elkaar heeft. Vergeet niets. Ploegscommandanten controle munitie, tekorten aanvullen. Rust zoveel mogelijk vandaag. Morgen wordt het een zware dag.. Nog vragen?’
‘Wat wordt er morgen verwacht,’ vroeg Van Marken.
‘Reken in ieder geval op zware tegenstand. Houdt goed afstand en kijk uit naar sluipschutters. Vooral in de klapperbomen. Ga nou niet allemaal naar de toppen van de klapperbomen lopen kijken. De meeste tegenstanders zullen op de grond zijn.’
‘Nog verdere vragen?’
‘ Geen vragen meer, sergeant.’
‘’Goed, controleer de munitie. En neem er verder je gemak van.’
Korporaal Van marken nam zijn ploeg mee naar de plaats waar zij hun spullen hadden liggen.
‘Zijn jullie wapens in orde? Hoe is het met de uitrusting en wie heeft er munitie nodig?
‘Ik heb een paar houders leeg geschoten, korporaal, die wil ik wel weer aanvullen,’ zei Lammers.
De geweerschutters hadden ook nog wel wat munitie nodig. Hardeman vroeg maar weer om een extra patroonband.
‘Anton loop jij mee dan gaan wij munitie halen,’zei Van Marken. Samen gingen zij naar de plaats waar de munitie kom worden afgehaald. De munitie werd verdeeld onder de vier mariniers.
‘Kijken jullie morgen goed uit, mannen,’’ zei Van Marken. Hij keek Hardeman aan. Hardeman zei niets. Van Marken keek weer wat bedrukt. Vanmorgen was hij weer de lollige broek. Maar nu hij wist dat morgen weer aan de opmars werd begonnen werd hij weer bedrukt.
De dag verliep verder heel rustig. In Pandaan was het rustig.
‘Laten we maar plat gaan morgen wordt het een zware dag,’zei Van marken. Hij trok zijn schoenen uit en ging op zijn grondzeil liggen met zijn hoofd op de rugzak. De anderen volgden hem en probeerde de slaap te vatten.
Hardeman kon nog niet slapen.. De vorige dag was goed doorgekomen. Deze dag had hij zich niet druk gemaakt. Zijn wapen was goed. Hij had voldoende munitie. Morgen zou hij wel weer zien. Hij dacht aan thuis. Zij zouden wel weten dat de actie was begonnen en zich afvragen hoe het hier en met hem ging. Zijn oudste broer zou de krant wel spellen en alles vertellen wat er geschreven werd over de actie. Klaas wist dat zijn broer alles in de gaten hield.
‘Overal!. Wordt wakker.’ Hardeman schrikt wakker met een zwaar hoofd..
‘Kom op. Snel aankleden en naar de kombuis.’
23 juli 1947.
‘Oh, sergeant wat een drukte,’ riep Jaap Meertens en hij haalde zijn handen door zijn zware zwarte haardos.
‘Kom op, groep twee. Kleed je snel aan. Ga naar de kombuis eten en maak gelijke een lunchpakket klaar. Dat is voor onderweg. Frommel een boterhammen in je etenspannetje. Schiet op. Het is nu vier uur. Om vijf uur afmars.’
‘Verdomme wat heb ik slecht geslapen,’griept Hardeman.
‘Niet lulle, Klaas, we hebben geen tijd,’’ zei Herker.
Het aankleden was snel gebeurd want ze sliepen in hun kleding. Alleen de schoenen moesten worden aangetrokken.
‘Zijn jullie klaar, dan gaan we naar de kombuis,’’ riep Van Marken
‘’Ja, laten we maar snel gaan. Ik heb goed trek. Ik zal flink wat brood meenemen,’zei Lammers. Zo’n groot lichaam moet wel eten hebben.
‘Niet te veel kletsen, kom op,’’ zei Van Marken.
Na het ontbijt begon iedereen zijn rukzak om te gangen. Koppels met munitie en handgranaten om lijf hangen.. De grondzeilen werden op de rugzakken gebonden. Er werd nog goed rond gekeken of er niets was blijven liggen en de gropen verzamelden zich buiten de moskee. In de moskee was het een grote puinhoop.
De groepscommandanten controleren hun mensen.
‘Heeft iedereen zijn spullen bij elkaar. Heeft iedereen zijn portie munitie,’vroeg sergeant Wikkers..
‘Ja, sergeant.’
‘Om 06.15 uur vertrekken we richting Lawang.. Blijf hier op je plaats.’
De groepen gaan ter plaatsen zitten en rookten een sigaret. Hardeman was een niet roker en keek rustig om zich. Niemand sprak. Iedereen had zo weer zijn eigen gedachten. Hoe zou het vandaag weer gaan? Zouden ze allemaal in Lawang aankomen. De kans was heel groot dat er wel eens iemand of meer dan een iemand niet in Lawang zou aankomen. Hardeman schudde zijn hoofd. Die klote gedachten altijd.
‘Hebben jullie die klerezooi gezien die wij hebben achter gelaten in de moskee,’zei Hardeman
‘Wat zullen die moslims de pest in hebben.’ grinnikte Herker.
‘Je denkt toch niet, Klaas dat wij die moskee nog even gingen opruimen. Dat doen ze zelf maar. Daarbij zullen ons wel vervloeken. Ze zullen wel tot Allah bidden om ons allemaal om zeep te helpen,’’ zei Lammers.
‘Dat zou best eens kunnen,’ zei Hardeman.
Het werd stil. De pater kwam een praatje maken.
‘Gaat het goed, jongens? Let goed op elkaar. Ik zal voor jullie bidden.’
‘Oké pater. Vraag aan onze lieve heer of hij er voor ons geen hemelvaartsdag van wil maken.’zei Jaap Meertens.
‘Ik zal mijn best doen marinier,’antwoordde de pater en liep naar anderen mariniers.
‘Klaar maken voor afmars!’
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage