INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
20017557 Bezoekers
68 Bezoekers online
Hardeman ging bij de VDMB informeren of zij al wisten wat er eigenlijk aan de hand was geweest de voorgaande nacht. Hij stapte het huis van de VDMB binnen. Haaksbergen zat op een stoel en voor hem stond een naakte Indonesiër. Hij werd hard onder handen genomen.
Haaksbergen keek op en zei, ‘Deze vent heeft je vannacht uit je tampatje gehaald. Hij weet meer van het schieten.’
Haaksbergen keek met zijn bekende grote grijns naar Hardeman.
‘Hij zal straks wel meer vertellen,’
‘Hier moet ik niets van hebben,’ zei Hardeman en verliet het huis. Hij wist dat de VDMB soms keihard te werk ging. Hardeman moest er niets van hebben. Aan de andere kant zo kreeg je wel inlichtingen.
Hardeman hoorde van zijn compagniescommandant dat er een compagnie KNIL in Tempeh wordt gelegerd.
De KNIL eenheid werd gelegerd in een aantal huizen aan de weg Pasirian - Loemadjang. Niet ver van het huis van Hardeman.
Enkele dagen later arriveerde de KNIL compagnie in Tempeh. Hardeman ging zich voorstellen aan de KNIL compagniescommandant. Het was een kapitein van het KNIL een Indischman. Het was een korte dikke vent, die al jaren commandant was van deze compagnie. De kapitein zei dat hij regelmatig patrouilles ging lopen in de omgeving van Tempeh. Ook langdurige patrouilles..De compagnie bestond uit soldaten, de nodige onderofficieren en de gezinnen van de soldaten en onderofficieren. Vrouwen en kinderen waren talrijk aanwezig.
Het was geen makkie voor zo’n compagniescommandant want hij had ook de zorg voor de familie van zijn mensen. Het kwam nogal eens voor dat de vrouwen ruzie met elkaar kregen en dan moest de commandant regelend optreden.
Hoewel Hardeman nog niets had gehoord over een verplaatsing had hij wel het vermoeden dat hij de langste tijd in Tempeh had doorgebracht.
Hardeman vond het wel jammer als hij Tempeh zou moeten verlaten. Hoewel dat er natuurlijk wel inzat. Bij zijn terugkeer op de post hoorde hij dat hij contact moest opnemen met de CC.
Hij belde zijn CC en deze zei,’ Hardeman over een maand ga je vertrekken uit Tempeh. De KNIL compagnie zal je taak overnemen. Waar jij met je groep naartoe gaat dat hoor je nog wel..Dat was het.’ Zei de CC.
‘Goed kapitein, ik heb het begrepen,’ zei Hardeman.
Hardeman lichte zijn mensen in en zij vonden het niet leuk Maar zij begrepen goed dat het lieve leven eens zou ophouden. Zij zouden deze maand hun vermaak wel opschroeven.
Het contact me de mensen van het KNIL was heel goed. De mariniers gingen er vaak koffie drinken en zij werden uitgenodigd om er te komen eten. Soms kwamen de KNIL militairen bij ons oplopen. De KNIL was al begonnen met patrouilleren en zij bleven bijna altijd een paar dagen onderweg. Meestal ging er een heel peloton op patrouille. De gezinnen bleven uiteraard in Tempeh. Er was een onderwijzer bij de eenheid die zorg had voor het onderwijs van de kinderen. Voor de mariniers was er niets verandert. Hardeman had regelmatig contact met de KNIL kapitein en bespraken zij de situatie in Tempeh en omgeving. Veel bijzonders was dat niet. Hardeman bleef wel de militaire commandant van Tempeh. Later zou de kapitein deze taak overnemen.
Op een avond toen Hardeman uit de kampong kwam kwamen er ook een paar mariniers terug van hun bezoek bij de KNIL mensen. Ze waren luidruchtig en lachend. Het was bijna 23.00 uur.
‘Wat hebben we gelachen vanavond ik lag me nog slap als ik er aan terug denk,’ zei een marinier.
‘We hebben mortiertje gespeeld,’’ zei een ander.
‘Wat hebben jullie gespeeld,’ vroeg Hardeman.
‘Nou, mortier schieten, een granaat in de loop en floep eruit.’
‘Als jullie uitgelachen zijn dan hoor ik het nog wel,’ zei Hardeman. Toen kwam het verhaal.
Een der vrouwen nam het niet zo nauw met de huwelijkstrouw. Het bleek de vrouw te zijn van een der soldaten die op patrouille was. De mariniers hadden er koffie gedrnken en gekheid gemaakt.. De vrouw was alleen en had nog geen kinderen. Een der mariniers had haar vastgegrepen en met zijn aan haar borsten haar tegen zich aangedrukt. Zij had niet tegengestribbeld. De marinier was verder gegaan. Haar sarong was afgezakt en stond zijn naakt met haar onderlijf tegen de marinier aan te schuiven. Uiteindelijk was ze helemaal naakt gekomen en ging op bed liggen. Zij was zeer opgewarmd en kronkelde over haar bed. Een marinier had een banaan van de tafel gepakt en deze in haar onderlijf geschoven en de banaan wer dor met haar benen te werken er weer uit gekomen. Het moet natuurlijk een zot gezicht geweest zijn maar de vrouw was in extase.
Hardeman moest er eigenlijk ook smakelijk om lachen maar deed het niet.
‘Het is een smakelijk verhaal maar jullie zijn wel te ver gegaan. Ik wil niet dat dit verhaal verder verteld wordt zolang wij hier in Tempeh zijn. Die vrouw krijgt ongelooflijk veel problemen en haar man kan wel eens verhaal komen halen,’ zei Hardeman.
‘Verder wil ik niet dat dit soort zaken worden herhaald,’ zei Hardeman nog.
‘Oké sergeant, van ons horen ze niets. Maar het blijft een mooi verhaal,’ zei een marinier.
‘De vrouw liet zich dagenlang niet zien. Een week later was zij er ook overheen. Ze zal wel gemerkt hebben dat het niet bekend was geworden bij de andere vrouwen. De mariniers waren ook niet meer naar haar toe gegaan.
‘Wij gaan binnenkort naar Soerabaja. We blijven ongeveer een half jaar in Soerabaja. Het is voor ons bataljon een rustpauze. Het wordt dus kazernedienst,’ zei Hardeman.
‘Eindelijk gaan we naar Soerabaja. Jonge, wat heb ik daar naar verlangd,’ zei De Muis.
‘Lul niet, man. Je hebt de kampong hier plat gelopen. En ik denk niet dat je hebt zitten vliegenvangen,’ zei Donk.
‘Nee, maatje, het was een noodoplossing. Maar wat ik hier geleerd heb ga ik in Soerabaja in de praktijk brengen,’ lachte De Muis en zijn spitse kin kwam naar voren.
‘Vertel ons dan eens wat je hebt geleerd. Wij dachten dat je alles al wist. Je verhalen waren altijd sterk genoeg,’ zei Jan Haag.
‘Laat mij mijn gang maar gaan,’ zei De Muis, ‘Ik heb hier niemand bij nodig.’’
‘Nou, in Soerabaja heb je voorlopig tijd genoeg om achter de vrouwen aan te gaan. Maar ik denk dat wij in Soerabaja stil zullen zitten. De kazernedienst zal zeer pittig worden. Er zullen avonden bij zijn dat je blij bent niet de wal op te hoeven gaan, ‘ zei Hardeman.
‘Ze moeten van goeie huizen komen om mij binnen te houden. Ik zal zo veel als het kan de wal opgaan, drinken en vrouwen,’ snoof De Muis.
De telefoon rinkelde en Hardeman ging naar binnen en haalde de haak uit het foedraal.
‘Hardeman’
‘Kapitein.’’
Hardeman werd aangesproken door zijn CC.
‘Jullie vertrekken op 9 juli a.s. uit Tempeh. Zorg ervoor dat jullie barang is ingepakt in plunjezakken of kisten. Op 8 juli moeten deze spullen op het station in Tempeh klaar staan dan worden ze dezelfde dag nog naar Soerabaja gebracht. De 9de juli staan jullie klaar met marsbepakking en helm op het hoofd op het station. Verder deel ik je mede dat je een nieuwe compagniescommandant krijgt. Kapitein van der Laars zal mij in Soerabaja aflossen. Vertel het aan je mensen. Dit is alles.’
‘Bedankt kapitein,’ zei Hardeman en steekt de haak in het foedraal.
‘Luister uit!. 9 juli vertrekken wij naar Soerabaja. Op die dag moeten we klaar staan op het station. Volledige marsbepakking en helm. Een dag tevoren moeten onze kisten of plunjezakken naar het station gebracht worden. Tevens krijgen we in Soerabaja een nieuwe compagniescommandant.’
‘We gaan naar Soerabaja,’ zong De Muis. Niemand reageerde erop.
‘Ik heb mij al afgevraagd wat die kapitein in Pasirian moest doen. Dat wordt dus onze nieuwe CC,’ zei Hardeman.
‘Ik hoorde dat het een beroepsofficier was. Een Hollandse jongen die in Indië geboren is. We moeten maar afwachten wat hyet voor man is,’ zei Hardeman.
‘Dat merken we vanzelf wel, Klaas,’ zei Jan Haag., ‘’ Als hij maar beter is dan Mulder, die was snel verdwenen. Van Grijzen hebben we weinig last gehad. Hij was een beste compagniescommandant.’
‘Ja, daar hebben we niet over te klagen gehad,’ antwoordde Hardeman. Maar Hardeman zat met een ander probleem hij moest Soepiah vertellen dat hij Tempeh ging verlaten. Gelukkig had hij haar verteld dat hij ooit Tempeh zou moeten verlaten. Maar daar wilde zij nooit over praten. Zij drukte dan haar hand op zijn mond.
’s Avonds ging Hardeman naar de kampong. Hij ging er van uit dat het een trieste avond zou worden. Hij zat met de hele familie een tijdlang in huis. Er werd koffie gedronken en wat gepraat. Edy vertaalde de gesprekken. Nog steeds was Hardeman er niet achter gekomen wat Edy nu eigenlijk deed. Ze hadden goed met elkaar kunnen opschieten. Soepiah keek naar Hardeman, zij stond op en liep naar buiten. Hardeman volgde haar en zij liepen samen een eindje de kampong in. Het was erg donker. Zo af en toe bleven ze staan en omhelsden elkaar.
Hardeman dacht dat hij de laatste dagen maar veel gebruik zou maken van de mogelijkheid om met Soepiah alleen te zijn. Soepiah had een grote plaats in zijn hart gekregen. Bij het huis terug gekeerd gingen zij op de baleh-baleh zitten die achter het huis stond. Hier kwam niemand. Het was vlak naast de waterput.. Niemand zou zich nu nog gaan baden. Soepiah hing met haar hoofd tegen de schouder van Hardeman. Het was heel warm en Hardeman had zijn jasje uitgetrokken. Hij zat met bloot bovenlijf. Er werd niets gezegd. Zij had een arm achter zijn lichaam en de andere arm voor zijn lichaam. Haar vlakke hand beweegt langzaam over zijn zij. Haar neus is onder zijn kin . Haar adem kriebelt in zijn hals.
Zo bleef zij zitten. Hij liet het maar zo. Het zou wel veranderen als hij haar moest vertellen dat hij weg ging. Haar sarong was hoog opgetrokken over haar borsten zij droeg geen kabaja.
Hardeman maakte de rol van haar sarong los en trok de sarong weg. Zijn hand ging naar haar borsten. De borsten waren hard en de tepels stonden strak naar voren. Met zijn vingers speelde hij met de tepels en Soepiah begon zacht te spinnen. Ze had nog steeds geen woord gezegd en Hardeman evenmin.
‘Soepiah,’ begint hij.
‘Heúh,’ is het antwoord.
Ze had geen zin om te praten. De handen van Hardeman streelde nog steeds over haar borsten.
‘Soepiah,’ zei Hardeman nogmaals. Hij haalde zijn handen weg bij haar borsten. Zij ging iets overeind zitten en keek naar hem.
‘Soepiah, ik moet binnenkort weg uit Tempeh,’ zei hij.
Star en verschrikt richtte zij zich op en keek hem aan.
‘Wanneer’
‘Al er gauw, 9 juli vertrekken wij per trein naar Soerabaja.’
Haar lichaam zakt in elkaar en met haar hoofd op zijn borst begon zij te huilen. Hevig schokte haar lichaam tegen hem aan. Haar lichaam trilt en zij is helemaal overstuur. Hardeman tilde haar hoofd op en kust haar mond. Haar gezicht is nat van de tranen Haar armen gleden over zijn hals en weer begon zij haar te snikken. De hete tranen dropen op zijn borst. Haar lichaam was erg warm. Hardeman zei verder niets meer. Zij lag tegen hen aan huilde nog steeds. Lange tijd zaten zij zo. Haar borsten tegen zijn blote bovenlichaam. Zij begon nu Hardeman te kussen, op zijn mond in zijn hals en op zijn borst. Ze was wat rustiger geworden. Zij zaten nog steeds dicht tegen elkaar gedrukt. Hardeman had nog nooit van een vrouw gehouden maar dit was wel raak. Een Javaanse vrouw.
Ondanks het feit dat hij nog nooit seksueel contact met haar had gehad hield hij veel van haar.
Hij had zich voorgenomen geen seksueel contact et haar te maken. Zij had hem gezegd dat zij geen kind wilde zonder vader. Hoewel Hardeman niet zo veel nadacht over deze zaken wilde hij Soepiah niet in de problemen zetten. Hij was er zich van bewust dat hij haar nooit meer zou weerzien en hij wilde daar geen misbruik van maken. Zij zou er later alleen maar moeilijkheden mee krijgen als er ooit een Javaanse man op pad kwam.
Maar het was avond aan avond een kwelling voor hem. Zij was al die maanden heel goed voor hem geweest. Ook Hardeman had haar veel kleding gegeven. Zij zag er elke keurig uit. Zij was Hardeman daar dankbaar voor. Dat wist hij.
Veel Indonesische vrouwen hadden er geen moeite mee om met een blanke naar bed te gaan. Zij werden er financieel beter van. Vele baboes gingen met hun marinier naar bed. Uiteraard waren er ook mariniers die dat niet deden. Maar die werden voor gek verklaard. Maar zij hadden gelijk als zij dit soort zaken anders zagen.
Hardeman kon natuurlijk niet haar meenemen naar Soerabaja en haar daar later moeten achterlaten. Hardeman wist niet eens of het wel mocht, trouwen met een Indonesische vrouw.
Soepiah en Hardeman hadden een fijne tijd met elkaar. Zij wist dat het nooit anders zou kunnen.
Soepiah zat met haar naakte lichaam tegen Hardeman aan. Zij had haar sarong losjes om haar lichaam hangen. Lang zaten zij zo bij elkaar. Hardeman maakt zich los van haar. Zij stond op en bond de sarong om haar lichaam.
‘Soepiah ik moet naar huis,’ zei Hardeman.
Zij drong tegen hem op en kuste zijn gezicht.
‘Ik kom morgen de hele dag in de kampong. Laat een ander maar in de warong staan.’
Zij knikte en kuste weer zijn gezicht. Hij kuste haar ook en bracht haar in huis.
‘Welterusten,’ zei ze zacht.
‘Hardeman drukte haar tegen zich aan en ging bij haar weg. Zijn lichaam sidderde van ingehouden spanningen. Toen hij thuis kwam nam hij een koud douche. Zijn mannen zouden wel denken dat hij weer een seksueel uitje had gehad.
De volgende dag is Hardeman al vroeg wakker. Hij had slecht geslapen. Lang had hij aan Soepiah liggen denken.. Vroeg in de ochtend was hij nog in slaap gevallen. Daarom is hij nu zo duf. Hij ging aan het houten bureautje zitten. Hij was zwaar verliefd. Hij zat nu in een moeilijke situatie. Hij moest uit Tempeh weg en zou Soepiah nooit meer terug zien.
Helmuth Levi was ook wakker en ging bij Hardeman aan het bureautje zitten.
‘Helmuth, ik ga vandaag de hele dag naar de kampong. Als iemand mij nodig heeft dan weet je waar ik ben..’’
‘Oké, Klaas, we zullen je niet storen als het niet nodig is..
Om acht uur was Hardeman al bij Soepiah in de kampong. Zij omhelst hem en kuste hem vurig.
‘Ik hoef vandaag niet naar de warong,’ zei Soepiah.
‘Mooi, dan hebben wij de hele dag voor onszelf.’
Soepiah had nasi goreng gemaakt en er was een spiegelei bij. Samen aten zij dicht bij elkaar zittend. Daarna wandelde zij door de kampong. Toen ze terug waren bij het huis zaten ze bij elkaar. De mensen uit de kampong knikte vriendelijk naar hen. Wat zij ervan dachten dat wist Hardeman niet. Maar Soepiah ging door zoals ze steeds had gedaan.
De dag verstreek. Het was gezellig en fijn geweest. Op hun manier hadden ze zitten praten.
Om vijf uur in de middag ging Hardeman naar huis om zich te baden. Voordat hij weg ging zei Soepiah, ‘ blijf vannacht bij mij.’ Zij keek hem daarbij recht in zijn ogen.
‘Goed, ik blijf vannacht. Ik ga nu eerst naar huis om te baden en mij om te kleden.’
‘Tot straks,’ zei zij.
De mariniers zaten allemaal op het platje en aten brood.
‘Jij hoeft zeker geen brood, hé Klaas. Jij leeft van de liefde,’ zei Jan Haag met volle mond.
‘Nee, dank je ik hoef geen eten. Ik eet straks in de kampong. Zijn er nog bijzonderheden geweest,’’ vroeg Hardeman.
‘Geen problemen, Klaas. Maak je maar geen zorgen,’ zei Levi.
‘Nou dat is mooi. Ik blijft vannacht in de kampong. Jullie weten waar ik ben,’ zei Hardeman.
‘Wel je karabijn meenemen,’ zei Jan Haag. Hij bedoelde het plagend omdat Hardeman ook altijd zei dat ze hun wapens moesten meenemen. Maar er zat wel iets dwingends in zijn stem.
Hardeman keek naar Haag maar zij niets. Hij wist precies wat Jan Haag bedoelde. Een half uur later was Hardeman weer in de kampong. Er werd heerlijk gegeten van de maaltijd die door de vrouw van Edy was gemaakt. Hardeman had veel leren eten in de kampong. Hij vond het ook heerlijk. Beter dan bij de chinees. De koffie werd buiten gedronken en iedereen zat op het bankje of stoelen die naar buiten gebracht waren. Jonge kinderen zaten op de grond. Soepiah vertelde dat Hardeman weer naar Soerabaja terug moest. Er werd van alles gevraagd over Soerabaja. Niemand van de vrouwen was ooit in Soerabaja geweest. Van Edy wist Hardeman het niet zeker. Hij zei er niets over. Soepiah stond op en trok Hardeman aan zijn hand omhoog. Beiden liepen zij het erf af en gingen de kampong in. Het was weer een donkere avond en het was warm. Ze liepen met de armen om elkaar heen geslagen.. Een half uur later waren ze weer terug. Niemand is meer buiten. Samen zitten voor het huis op het bankje. Ze kusten elkaar en wreven elkaars lichaam. Hardemans bloed ging als een razende tekeer. Zijn slapen bonkten. De hete adem van Soepiah voelt hij in zijn hals. Soepiah ging naar binnen en Hardeman liep achter haar aan. Ze liep naar een grote baleh-baleh. Op het bed lagen twee kussens en twee rolkussens.
‘Hier slapen wij vannacht,’ zei zij. Zij liep het achterhuis en even later hoorde hij met water gooien. Soepiah kwam terug en haar voeten waren nat. Zij had haar voeten afgespoeld. Samen gingen zij op het bed liggen. Hardeman had zijn karabijn tussen het bed en de bamboemuur gestoken, zodat hij er direct bij kon komen als het nodig was.
Soepiah had haar sarong losgemaakt en zij lag onder de sarong. Hardeman alg in zijn goene pendek naast haar. Zij bovenlichaam was bloot. De andere mensen lagen ergens anders in het huis. Hardeman hoorde zacht gesnurk. Het huis was helemaal donker. Nergens brandde licht.
Hardeman en Soepiah wreven elkaars lichaam waarbij alle delen werden geraakt. Soepiah had het ook moeilijk. Haar borsten gingen hevig op en neer. Zo spelen zij met elkaar totdat zij in slaap vallen. Hardeman werd wakker toen hij Soepiahs hand in zijn schaamhaar voelde. Er volgt weer van alles totdat zij weer in slaap vallen.
Vroeg in de ochtend deed Edy de deur van het huis open. Hardeman werd wakker en hij keek in het lachende gezicht van Edy.
‘Goedemorgen sergeant,’ zei Edy, ‘ heeft u goed geslapen?’
‘Goedemorgen, Edy,’ antwoordde Hardeman en hij wreef met zijn hand door zijn haar. Soepiah werd ook wakker. Haar lange haar hing los tot op haar rug. Zij sloeg de handen om Hardemans middel en hing met haar hoofd tegen zijn rug. Ze kreunde zachtjes. Hardeman wreef zachtjes over haar tepels. Zij ging rechtovereind zitten met haar hoofd in de nek. Met gesloten ogen spinde zij zachtjes.
‘Goedemorgen,’ zei Hardeman tegen haar.
‘Hmmm,’ kreunde ze zachtjes. Ze bleef nog even zo zitten en toen stapte ze van de baleh-baleh haar sarong met beide handen tegen haar lichaam drukkend. Ze liep naar het achterhuis. Er was kennelijk thee gezet want ze kwam met twee glazen thee op een dienblad aanlopen.
‘Hier alvast thee, lekker,’ zei ze.
Het is nog niet helemaal licht. Hardeman dronk zijn glas thee leeg en zei,’ Soepiah ik ga nu eerst naar huis. Ik kom straks weer naar de warong.’’
‘Dat is goed,’ zei ze en kuste hem.
Hardeman kleedde zich snel aan en liep door de kampong naar huis. Hij dacht aan de afgelopen nacht. Een nacht van kwellingen. Toch had hij zich met grote moeite ingehouden om Soepiah te nemen. Jezus, wat een ellende.
Er was kennelijk nog niemand wakker in huis. De wacht zag hij ook niet. Maar die zal wel ergens in een koel hoekje zitten. Toen hij de deur opende stond hij regelrecht voor een slapende wacht. Het was De Muis. Hij zat met zijn hoofd achterover in een stoel en zijn onderkin hing helemaal open.. Hij werd niet wakker. Hardeman stond versteld! Dat dit kon gebeuren. Hij gaf een schop tegen de benen van De Muis. Hij werd met een snik wakker en schrikt zo hevig dat hij bijna van de stoel viel.
‘Wat doe jij nou, godverdomme. Zit je hier te slapen, klootzak,’ barste Hardeman los.
‘Voor hetzelfde geld had hier een plopper voor je gestaan, hufter,’’ ging Hardeman tekeer.
Hij was wild.
‘Ik zat niet te slapen, man,’ verdedigd De Muis zich glashard..
‘Je zat niet te slapen? Je klus hing bijna op dek, zover stond je muil open, zak! Je hebt mooi je maten in gevaar gebracht,’ spoog Hardeman zijn gif.
‘Je staat nogal op je strepen,’,’’ zei De Muis.
‘Dat heeft er godverdomme niets mee te maken, man. Als een van je maten je had geschaakt dan hadden ze je ook voor je donder geschopt. Daar hoef niet speciaal sergeant voor te wezen. Al die mensen hier liggen te slapen en vertrouwen op jou. Maar mijnheer ligt te slapen. sodemieter alsjeblieft. Ik ben in staat om je een optater te geven met mijn karabijn,’ briest Hardeman.
‘Ik zou dat maar niet doen,’ was het antwoord van De Muis. Hij keek brutaal met zijn bolle ogen en zijn puntige kin naar voren naar Hardeman.
‘Donder op, man, voordat ik je in elkaar ram,’ schreeuwde Hardeman., ‘ Voor zo’n bakkie zijn er al heel wat voor de krijgsraad gekomen, verdomde klootzak.’
De Muis hield wijselijk zijn mond en stond op uit zijn stoel en verdween naar zijn kamer. Hardeman was woedend. Hij kon veel van zijn mensen verdragen maar slapen op post was een doodzonde voor een marinier. Hij besloot om ’s nachts maar eens te kijken of er niet meer mensen zaten te slapen op hun post. Hij had niet verwacht dat De Muis dat zou overkomen. Hij was toch al langer in dienst en wist hoe gevaarlijk het kon zijn om te slapen op post. Het kon gewoon daar hoefde je niet verder over te praten slapen op post was een doodzonde. Hardeman zou het niet vergeten. De Muis had veel goed te maken. Hij zou hem er niet voor rapporteren want dan kwam hij echt in de moeilijkheden en dat kon hij als beroepsmarinier niet hebben. De Muis had zolang Hardeman hem kende altijd zijn dienst goed gedaan en hij wilde hem niet naar de knoppen helpen. Hij zou wel de ploegscommandant van De Muis inlichten, dat was Helmuth Levi.
Hardeman staarde voor zich uit en zag Soepiah in de warong staan. Hij keek op zijn horloge en zag dat het al een paar minuten over zeven was. Hij nam de telefoonhaak uit het foedraal en belde naar de CC.
Hij melde dat er geen bijzonderheden waren. Hij ging weer op het platje zitten. Hardeman was zo kwaad geweest dat hij de spanningen van de afgelopen nacht helemaal kwijt was. Nu hij Soepiah weer zag staan dacht hij terug aan de afgelopen nacht. Wat was dat een fijne nacht geweest. Ondanks dat hij voldoende condooms had, dat wist de dominee ook, heeft hij deze niet gebruikt omdat hij Soepiah niet wilde nemen omdat zij waarschijnlijk later problemen zou kunnen krijgen. Het was hartstikke stom maar hij deed het niet.
Zij bloed begon weer te razen. Hij stond op en ging naar binnen. Jan Haag kwam uit zijn kamer.
‘Morge, Klaas,’ zei hij,’ Heb jij niet geslapen, of kom je nou pas uit de kampong?’
‘Nee, ik ben al een poosje terug. Ik heb de wacht van De Muis overgenomen. Maar nu ga ik lekker mandi.
Ahmed had zijn tampatje alweer buiten staan. Hij was met het wasgoed bezig. Hardeman ging naar de mandikamer en begon zich met het koude water af te spoelen. Hij had dat nodig. Een uur later was iedereen wakker en zat met te ontbijten. De wapens werden schoongemaakt.
Deze wapens konden hoog uit wat stoffig zijn maar het dagelijks onderhoud ging gewoon door. Dat hoefde je een marinier niet te vertellen. Het wapens was belangrijker dan het meisje. Daar was een marinier met grootgebracht.
Hardeman ging een rondje maken en vroeg aan Levi of hij meeging.
‘Helmuth ga je een eindje mee lopen,’ vroeg Hardeman.
‘Ja, dat is goed.’
Samen liepen zij de straat op. Soepiah kwam de deur van de warong uit.
‘Selamat pagi, tuan. Goedemorgen, mijnheer,’ zei ze.
‘Spreek ze jou niet met je voornaam aan,’ vroeg Levi.
‘Jawel, maar deze groet is voor jou bedoeld. Mij hoeft ze niet meer te groeten ik ben de hele nacht bij haar geweest,’ zei Hardeman lachend. Levi lachte zachtjes mee. Hij keek met zijn vierkante kop schuin naar Hardeman en ogen spraken boekdelen.
‘Wat hebben we hier een fijne tijd gehad, hé. Ik vind het verdomd jammer dat we hier weggaan,’ zei Levi.
‘Ja, maar wij hebben altijd geweten dat het maar tijdelijk zou zijn. Als we straks in Soerabaja zijn dan krijgen we daar weer zoveel kazernedienst te doen dat we snel Tempeh vergeten zullen zijn.,’ antwoordde Hardeman.
‘Nou, ik denk dat jij nog wel vaak aan het mooie vrouwtje zal denken,’ zei Levi Lachend.
Hardeman zei niets maar hij wist dat Levi gelijk had.
‘Maar, eh, Helmuth, even wat anders. Vanmorgen toen ik uit de kampong kwam en het huis binnenstapte, trof ik De Muis slapende aan. Hij had de laatste wacht maar zat model te snurken. Ik heb hem stijf gescholden.’’Wat een klootzak. Daarom is hij zo stil vanmorgen. Wat ga je doen? Rapporteer je het? Dat had ik van De Muis niet verwacht.’
‘Nee, dan had ik hem vanmorgen al direct arrest moeten aanzeggen. Een marinier, een beroepsmarinier die op post zit te snurken kan dan zijn carrière wel vergeten…….’
‘Ja, maar je kan dit toch niet zomaar voorbij laten gaan,’ viel Levi hem in de reden.
‘Nee, eigenlijk niet, Helmuth. Hij krijgt van mij geen kans meer. De eerste beste keer dat hij weer zo in de fout gaat dan zal ik zorgen dat hij een flinke pof krijgt.’
‘Wat een hufter. Hij weet net als wij allemaal dat het een doodzonde is om op post te slapen,’ zei Levi.
‘Ja, als ik hem weer schaak met slapen op post dat gaat hij voor de bijl,’ zei Hardeman.
‘Je moet het hem maar voorzichtig vertellen dat je met mij gesproken hebt en dat hij op het scherp van de snede loopt.’
‘Oké Klaas. Ik zal het hem vertellen. De Muis mag van geluk spreken dat hij jou als groepscommandant heeft. Een ander had hem voor de krijgsraad gebracht.’
‘Helmuth, voor mij is deze zaak afgedaan.,’ ei Hardeman.
De beide mannen waren intussen weer teruggekeerd op het erf en gingen samen op het platje zitten. Een paar mariniers waren alweer naar het dorp. De rest van de groep hing rondom het huis..
‘Ik ga koffie drinken,’ zei Hardeman. Hij liep met bloot bovenlijf naar de overkant van de straat en ging de warong binnen. Het was weer behoorlijk warm. Hardeman had geen last van de warmte. Maar als het even kon dan trok hij zijn dungareejasje uit. En meestal ook nog zijn dungareebroek hij voelde zich beter met zo weinig kleding aan. Hij zou nog vaak geneog met volledige kleding moeten lopen.
‘Wil je koffie,’ vroeg Soepiah.
‘Graag.’
Ze zette een glas koffie voor hem neer.. Haar handen gleden weerszijde langs zijn hals haar vingers waren heel zacht. Zij liep om de tafel heen en bleef met droeve ogen naar hem kijken. Zij keek hem recht in de ogen. Dat waren Javaanse vrouwen niet gewend.. Zij keken elkaar lang aan. Hoe zou het met deze vrouw verder gaan als hij eenmaal weg is. Zij zouden elkaar zeer waarschijnlijk nooit meer terug zien. Er kwam een marinier de warong binnen.
‘Hei, sergeant, zit u koffie te drinken, dat lust ik ook wel.’
‘Soepiah, schenk een glas koffie in voor deze marinier, wil je?’ zei Hardeman.
‘Ja, tuan.’
Samen dronken zij hun koffie en zaten met elkaar te praten.
‘Ik zal blij zijn als ik in Soerabaja ben, sergeant,’ zei de marinier, Ik heb het hier wel gezien
gezien.’
Deze marinier was een dienstplichtig marinier en hij wilde wel zo snel mogelijk naar huis. Hij had het altijd of zijn meisje waarmee hij verloofd was. Hij had zich altijd uitnemend gedragen. En hij was een goed marinier. Maar hij wilde zo snel mogelijk naar Nederland terug. Hij had de eerste politionele actie meegemaakt. Dat was genoeg voor hem. Hij had het er levend vanaf gebracht.
‘Ik hoop dat ik snel kan thuisvaren. Ik ben anderhalf jaar hier dus mag het best. Wij hebben met ons peloton aardig wat meegemaakt rn gelukkig heb ik het er tot nou goed afgebracht. Ik hoop dat het zo zal blijven.’
‘Ik hoop het voor jou dat je snel gaat thuisvaren,’ antwoordde Hardeman en hij meende het voor deze marinier. Uiteindelijk was het een dienstplichtige jongen. Hij had nooit een probleem gemaakt en anderhalf jaar van huis was ook niet alles. Hardeman hoopte voor de jongen dat hem niets zou overkomen. Hier in Tempeh had hij ook een rustige tijd gehad. Maar het beroerde voor deze jongens was, je wit niet maar er nog allemaal kon gaan gebeuren. Over de politieke toestand tussen Den haag en de Republiek hoorde we vrijwel niets. Hardeman had er geen moeite mee. Hij wist dat hij op zijn minst drie jaar in Indië zou blijven en als het aan hem lag ging hij niet meer terug naar Nederland.
‘Er zijn heel wat momenten geweest, sergeant ,dat ik flink in mijn knijpert heb gezeten. Maar ik heb wel altijd vertrouwen in het kader gehad.. Jullie zijn van dezelfde leeftijd als de meeste dienstplichtige. Het verschil dat jullie beroepsmariniers zijn en over ons de leiding hebben en het ook nog goed doen.’
‘Blijf goed uitkijken. Let goed op je korporaal of op mij als we in het veld zijn. Wij zullen niet klakkeloos de wilde Bill uithangen. Maar onze opdrachten moeten we uitvoeren. Ik kan dat niet alleen doen en heb jullie daar voor nodig en daardoor ken ik ook mijn verantwoordelijkheid voor jullie. We gaan nu voor minstens een half jaar naar Soerabaja daar kan je niets overkomen. Blijf wie je bent en laat je opjutten om dingen te doen die je niet wil. Misschien ga je in die tijd ook wel thuis varen.’
‘Ik hoop het, sergeant. En kijk u zelf ook goed uit. Sergeant, ik heb het gevoel dat het allemaal voor iets is.’
‘Het is politiek, jongen. En wij militairen bemoeien ons niet met politiek. Wij voeren altijd de politiek opdrachten uit.’
‘Oké, sergeant. Maar politiek is een vies spelletje.’
Hardeman zei niets en staarde voor zich uit..
‘Sergeant, ik ga een eindje wandelen.’’ De marinier kapte wat geld uit zijn zak om te betalen.
‘Laat maar, jongen.’ De marinier keek naar Hardeman en deze knikte met een grimas naar de marinier.
De marinier had gelijk. De dienstplichtige mariniers waren bijna allemaal van dezelfde leeftijd als die van Hardeman. Negentien of twintig jaar. Hardeman was 20 jaar. Vele jongen beroepsmariniers hadden tijdelijke rangen gekregen. Maar er waren ook dienstplichtige mariniers die een tijdelijke rang hadden. Deze jongen niet. Hij stond er ook niet naar te dringen. Hij wilde naar huis. Hij geloofde niet meer in de zaak. Maar toch deed hij zijn plicht zonder te zeuren. Hardeman wilde zoals eerder gezegd graag in dit land blijven. Hij hoopt zurig dat Nederland hier weer de baas zou worden. Er werd vreselijk veel kapot gemaakt door de Indonesiër. Als dat zo zou doorgaan dan zou het lang duren voordat alles weer herstelt was. Op de buitenposten hoorde je niets over de politieke zaken. Hij had er ook geen belangstelling voor. Zijn superieuren zouden hem wel vertellen wat hij moest doen. En als beroepsmarinier deed je je plicht. Hij schrok op uit zijn gedachten de warong liep vol. Men kwam eten.
‘Tuan, wilt u eten?’
De Indonesiërs keken naar Hardeman.
‘Ja, doe maar,’ zei Hardeman op zijn horloge kijkend.
Het was bijna tien uur en hij lustte wel een portie rijst. Het smaakte hem weer uitstekend. Toen hij klaar was met eten, verliet hij de warong. ‘ Tot vanmiddag, Soepiah.’’
Soepiah keek hem na. Ze had weinig tijd omdat de warong vol was met etende mensen. Zij was een en al bedrijvigheid.
Zo verstreek de tijd in Tempeh. De mariniers die een vrouw in de kampong hadden brachten de laatste dagen bij deze vrouwen door. Ook Hardeman was veel in de kampong. Soepiah was veel rustiger geworden. Ze had geaccepteerd dat Hardeman weg zou gaan. Er werd niet meer over gesproken. En zo brak de dag dat de kisten en plunjezakken werden ingepakt en naar het station werden gebracht. Ahmed bracht Hardeman spullen naar het station en een paar andere mannen hielpen de mariniers de barang weg te brengen. Twee mariniers bleven bij de barang totdat de trein kwam.. De volgende dag zouden zijzelf vertrekken. De dag werd rustig doorgebracht. Hardeman zal bijna de hele dag in de warong. ’s Avonds gingen Hardeman, Levi en een marinier naar de kampong en rest van de ploeg bleef bij het huis. Om vijf uur ging Soepiah naar de kampong en Hardeman ging met haar mee. Edy en zijn vrouw bleven in de warong. In het achterhuis aten zij een heerlijke rijsttafel die de vrouw van Edy reeds had klaar gemaakt. Soepiah zag er bedroefd uit.. Ook had zij weer gehuild. Ze had zich gebaad en schone kleding aangetrokken. Ze had haar mooiste sarong aan en een heel mooie kabaja.. Ze zag er goed gekleed uit. Vooral de laatste maanden. Hardeman had er voor gezorgd dat ze veel sarong had en ook vele mooie kabaja’s. Hij had haar flink wat geld gegeven. Zo kon ze er even flink mee vooruit. Na het eten dronken zij koffie en zaten voor het huis. De vrouw van Edy kwam vanuit de warong naar haar huis en ging uit beleefdheid bij de beide mensen zitten. Maar dat duurde niet lang en ging zij naar binnen even later hoorde Hardeman een geplas bij de waterput. Soepiah zat dicht tegen Hardeman aan. Er werd niet veel gesproken. Toen de glazen koffie leeg waren stonden zij op en liepen de kampong in. Hierna zaten ze achter het huis. Het was een zwoele avond. Hardeman had zijn dungareejas uitgetrokken. Soepiah wreef over zijn borst.’Soepiah ik vind het heel erg dat ik weg moet. Maar het is niet anders.. Ik heb het hier bij jou heel fijn gehad. bedankt daarvoor. Ik zou je graag meenemen naar Soerabaja maar als ik terug moet naar Nederland dan zit jij daar alleen. Blijf hier bij je familie. Als ik in Indonesië kon blijven dan bleef ik bij jou.’
‘Ik begrijp het,’ zei zij en keek Hardeman in de ogen. Ze huilde zachtjes. Edy is nu ook terug, hij stond bij de waterput. Het water kletste hard tegen de omheining. Hardeman en Soepiah zeiden niets. Zij zaten dicht tegen elkaar aan. Haar blote lichaam tegen het blote lichaam van Hardeman. Edy is klaar met mandi. Hij ging het huis in. Soepiah stond op en wikkelt zich in haar sarong. Ze nam Hardeman bij de hand en bracht hem een eind het erf op. Onder een afdak stond een baleh-baleh. Het was Hardeman nooit opgevallen dat dat afdak er was. Soepiah ging op de baleh-baleh liggen. Hardeman trok zijn schoenen uit en ging naast haar liggen. Ze maakte haar sarong los trok het van haar lichaam en gooide het dan losjes over haar heen.. Met de gezichten lagen zij naar elkaar toe. Soepiah wreef met had hand over het gezicht van Hardeman. Soepiah maakte de riem van Hardemans dungareebroek los. Zij trok de broek uit en hij lag in zijn groene pendek naast haar. Ook maakte zij de drie knoopjes van de groene pendek los en ook deze trok zij uit. Samen liggen zij nu naakt onder de sarong. En zo vreeën zij uren. Het was heel donker onder het afdak en er kwam niemand in de buurt.. Zijn handen waren overal en haar handen evenzo.
De handen van Soepiah gleden over zijn lichaam,. Op haar knieën zittend kust zij hem overal, zijn borst, zijn mond, zijn buik. Handen duwden zijn keiharde penis naar beneden en dan weer omhoog. Hardeman werd er bijna gek van. Zij rolden over de baleh-baleh. Toen Hardeman in haar wilde glijden knelde zij haar benen stevig tegen elkaar. Zijn penis zat knel tussen haar dijen. Haar rilt van emotie en seksueel verlangen. Ook Hardeman is bijna gek van verlangen naar haar. Zij rolt op haar rug een begint onbedaarlijk te huilen. Hardeman ligt naast haar en wacht even rustig af. Het duurde even tot zij tot bedaren kwam. Toen zij rustige werd kuste zij Hardeman hevig.
Beide zijn zij doodstil. Hardeman dacht aan de situatie waarin ze nu waar terecht gekomen. Allebei in een toestand van hevig seksueel verlangen. Misschien is hij wel hartstikke gek maar hij wil haar niet nemen als zij zichzelf niet volledig aan hem overgeeft.
Soepiah begint weer zijn lichaam te kussen. Haar handen zijn overal. Ook Hardeman wreef over haar tepels. Soepiah kreeg een orgasme zonder dat Hardeman i haar was. Zij rolt en kreunt over hem heen. Ze kon haar lichaam niet in bedwang houden en hijgde als een pakpaard. Hardeman kreeg ook een orgasme en de lichaam rolden over elkaar.
Soepiah viel heel verslapt over Hardeman en bleef zo liggen. Haar Haar viel over zin borst en gezicht. Het zweet droop van de lichamen.
Even later viel Hardeman op dat hij ademhaling erg rustig was en dat zij in slaap was gevallen. Zo liggen zij een hele tijd.
Hardeman kreeg het koud en maakte haar wakker.
‘Soepiah, wordt wakker het is koud.’
Zachtjes schudde hij haar wakker. Met een diepe zucht werd ze wakker en met grote ogen keek ze naar Hardeman.
‘Kom, het word koud,’ zei Hardeman en wierp de sarong over haar lichaam.
Ze begon weer zachtjes te huilen. Hardeman liet haar tegen zijn borst liggen.
‘Tuan, waarom kan je niet hier blijven. Ik zal goed voor je zorgen.,’ zei ze.
‘Je weet dat dat niet kan. Dat hebben we al eerder besproken.’
‘Ja tuan, ik weet het. Maar ik kan niet zonder jou,’
‘Het is mij ook hel erg.’
‘Tuan, maaf (neem mij niet kwalijk), maar ik ben zo bang dat ik een kind krijg als je in mij komt,’ zei ze, hevig huilend.
Hardeman kon hier geen antwoord op geven. Hij drukte haar tegen zich aan. Hij had condooms in zijn zak maar wilde deze niet gebruiken omdat zij vreselijk bang was. Het was om krankzinnig van te worden.
Nogmaals begon Soepiah zijn huis de wrijven en ze kusten hem overal. Het duurde weer even voordat het rustig was met hen beiden.
Toen zat Soepiah ineens rechtop. Trok de sarong van het lichaam van Hardeman en zij wikkelde zich erin.
‘Kom,’ zegt zij, ‘We moeten baden.’
Ze trok Hardeman aan zijn hand overeind en samen gingen zij naar de waterput. Soepiah ging op haar hurken zitten en had haar sarong over de bamboemat gegooid. Hardeman stond rechtop, naakt en hij gooide het koude water over zijn lichaam. Het water was erg koud en Hardeman rilde van de kou. Ook Soepiah die hurkend het water over zich uitgooide rilde van de kou. Ze wasten zich met zeep en met een paar flinke putsen water spoelde zij zich af. Soepiah droogde zich af met haar sarong en daarna droogde ze Hardeman met dezelfde sarong af. Zij ging naar binnen om een schone sarong te halen en Hardeman kleedde zich aan.
Samen zaten zij op het bankje voor het huis. De hanen begonnen te kraaien. Samen zaten zij bij elkaar met de armen om hen heen geslagen. Hardeman wist dat het bijna afgelopen was.
‘Tuan, ik begrijp dat het moeilijk is geweest vannacht. Maar ik kon het niet. Als ik een kind zo hebben gekregen dan was mijn leven voorbij. Het zou een kind zijn zonder vader. Moslimmannen accepteren geen vrouw die niet meer maagd is. Als u niet meer terugkomt dan zal er ooit een man komen die mij wil trouwen en dan moet ik met die man trouwen,’ snikte ze.
‘Ja, ja, ik begrijp het. Ik hoop dat je toch gelukkig wordt,’ Hardeman.
‘Dank u wel, tuan. Ik zal u nooit vergeten. U bent heel goed voor mij geweest. Ik veel kleding van u gehad. Ook geld. Nooit zal er een man in mijn leven komen waar ik zoveel van hou.’
Hardeman kneep haar in de arm.
Ze zaten nog even bij elkaar. Soepiah begon hem weer te kussen en ze hield er niet mee op. Hij probeerde haar zachtjes van hem los te maken. Weer begon ze hard te snikken. Hardeman maakt zich nu resoluut van haar los. Haar handen in de zijn. Hij liep achteruit tot de handen elkaar los lieten. Met een brok in zijn keel keek hij haar nog eens aan. Zij stond daar alsof ze net was geslagen. Hardeman draaide zich om en liep weg zonder nog een keer om te kijken.
Hij zou kunnen huilen, maar een marinier huilt niet. Het was bijna licht geworden.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage