INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19640089 Bezoekers
35 Bezoekers online
Contact met Indonesische veteranen door Cees Hartsuiker
Enige jaren geleden kwam ik in contact met Indonesische veteranen in de plaats Magelang in Midden Java.
Magelang was de plaats waar ik jarenlang een huis had gehuurd en waar mijn zoon woonde omdat hij reisleider was. Magelang was in de Nederlandse tijd een garnizoenstad en dat is het nu nog, maar nu is het Indonesië.
De eerste keer dat ik contact maakt met de veteranen was ik met Ton Blaauw, oud marinier, in Magelang.
Ton en ik hebben al jarenlang vriendschappelijk contact met elkaar.
Tijdens een wandeling bij het kazernecomplex zagen wij een gebouw waar het kantoor van de Indonesische veteranen was gevestigd. Wij besloten naar binnen te gaan om eens te ervaren wat er zou gebeuren.
Het was er vrij donker en wij kwamen er een veteranen tegen die ons vreemd aankeek, en niet wist wat hij moest doen. Ik sprak hem aan en zei wie wij waren en toonden onze veteranenpas.
Zijn ogen kregen meer glans en hij trok ons beide aan de pols naar een kantoortje waar de staf zat.
Ook zij keken vreemd om een tweetal belanda’s te zien binnen komen.
Wij stelden ons voor als Nederlandse veteranen en oud mariniers.
Wij vertelden hen dat wij op vakantie waren in Magelang en dat wij hen hebben opgezocht om te informeren of wij welkom waren en of wij vriendschap konden sluiten.
Wij kregen onmiddellijk een zitplaats aangewezen en werden met open armen ontvangen.
Zij hadden nog nooit meegemaakt dat er Nederlandse veteranen bij hen op bezoek kwamen.
Het werd een heel plezierig gesprek met allerlei vragen over ons en hoe het in Holland ging met de veteranen en of er een veteranen verenigingen waren.
Wij hebben hen dat allemaal verteld. Zij dachten dat wij wel heel bijzondere mensen waren in Nederland en dat er voor de veteranen in Nederland wel van alles werd gedaan.
Wij hielden wat dat onderwerp aangaat een beetje op de vlakte.
Wij wilden niet tegen hen zeggen , dat er maar heel weinig voor de veteranen in Nederland werd gedaan.
Zij waren ernstig teleurgesteld in hun regering.
Hen was van alles beloofd.
Als de Nederlanders weg waren dan kregen zij de huizen van de Nederlanders, zij zouden allemaal pensioen krijgen. Nou dat is ze dan heel erg tegengevallen.
Kromo met de koploh kreeg niets.
Officieren trokken in de woningen van de Nederlanders.
Nu nog vinden zij dat ze bedrogen zijn.
Ook wisten velen niet waarom zij moesten vechten tegen de Nederlanders.
Als ze een geweer kregen of al hadden, dan werd er gezegd, als je een blanke ziet schiet hem dan maar dood.
Dat hebben ze geweten want die Nederlandse soldaat was een geduchte tegenstander.
Er vielen meer doden aan hun kant dan aan de kant van de Nederlanders
Maar dat was geen probleem voor hen om nu met plezier Nederlandse veteranen ontmoeten.
Het waren heel prettige gesprekken.
Er werd niet gesproken over de toestanden in de periode 1945 1950.
Binnen een uur waren wij ingedeeld bij de staf als vertegenwoordigers van de Nederlandse veteranen en kregen het insigne van de Indonesische veteraan opgespeld, als teken dat wij lid waren van hun club.
Ton Blaauw, is later niet meer naar Indonesië gegaan.
Ik ging regelmatig naar Indonesië en was kind aan huis bij de Indonesische veteranen.
Ik heb bekend gemaakt in ‘HOUWE ZO’ waar ik mee bezig was.
Ik wilde wat geld bijeen zien te krijgen om de veteraan daar te helpen.
Af en toe kreeg ik een paar honderd euro bij elkaar en daar kocht ik dan roepiahs voor en kon ik veteranen helpen, voor hun kleinkinderen, of voor het zelf, vooral voor medicijnen.
Het was niet erg veel allemaal.
De Indonesische veteraan was ons er wel dankbaar voor.
Ik heb in een jaar, en dan in de maanden dat ik er was , dertien jaarvergaderingen meegemaakt.
Wij zochten de onderafdelingen op in de kampong, of in dorpen.
Ik was het bekijks, omdat men niet wist wie ik was.
De kolonel .b.d. legde hen dat uit en bij beëindiging van de vergadering kreeg ik van alle leden en hun vrouwen een hand. Van de kepala kampong kreeg ik ook mee dat ik bij hen hoorde en dat ik altijd welkom was in hun kampongs.
Er is geen enkele rancune over de periode 1945-1950.
De Nederlandse veteraan is welkom bij de Indonesische veteraan.
Helaas door familieomstandigheden konden wij, mijn familie, niet langer blijven in Magelang.
Dat is heel jammer.
Maar misschien kunnen anderen veteranen die nog eens een reis maken naar Indonesië een bezoek brengen aan de veteranen in Magelang.
Maar ook op andere plaatsen is dat mogelijk.
Door Cees Hartsuiker
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage