INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
20037718 Bezoekers
57 Bezoekers online
"Uit Indische verhalen door Inge Dümpel voor Indo Radio".
Onder een waringin boom zaten de dieren bij elkaar: een leeuw, een slang, een tokeh,
een giraffe, een paar lammetjes zaten bij hun moeder, een paar vliegen en een karbouw en een kantjil.
- Het is nog altijd warm, geeuwde de leeuw.
-Wij hebben het niet warm, mekkerden de lammetjes, en kropen nog dichter tegen de wollige vacht van hun moeder.
- Sssst, er gebeurt hier ook nooit iets, siste de slang.
Maar de slang had het nog niet gezegd, of de maan zakte naar beneden. Verbaasd keken de dieren omhoog.
De maan zei:
- Er is zojuist iets heel moois gebeurd. Er is een prinsje geboren in het paleis van de sultan. Het is niet ver hier vandaan. Als je deze helling naar beneden afloopt, zie je op een gegeven moment lichten branden bij de poort. Daar moet je aan de paleiswacht vragen of je naar binnen mag om het kindje te zien en te begroeten. Dan weet hij wat voor dieren er allemaal in zijn toekomstig koninkrijk wonen.
Het is een heel bijzonder kind. Hij zal eens koning zijn, ook jullie koning.
Het was ineens gedaan met de rust.
De dieren spraken opgewonden door elkaar.
Wat ze moesten zeggen bijvoorbeeld.
- Ga maar dicht bij de wieg staan, en mekker dan maar even, zeiden de schapen tegen hun kroost.
- Maar ik kan het kindje niet zien als het in de wieg ligt, zeurde een van de lammetjes, si gembeng werd hij genoemd, huilebalk.
-Je mag straks even op mijn rug staan, troostte de leeuw.
- Oh hemel, wat ik straks zeggen?
Nee zeg, zei de oudste schapenmoeder, die de leiding op zich had genomen, het kindje schrikt als het jou hoort brullen!
En die grote, stoere leeuw… was bijna in tranen!
- En als ik nu heel zachtjes brul?
Dat vonden de dieren tenslotte goed.
- Zzzt…Ja, hoor eens, wij willen ook het kindje begroeten, gonsden de vliegen.
- Jullie… met je vieze poten? zei de oudste schapenmoeder.
De slang wist een oplossing.
- Ssst…was al jullie poten eerst heel goed in de dauw van het gras
En dan niet op de wieg gaan zitten, maar er even boven rondvliegen.
Dat was ook geregeld.
- En ik? klonk het uit de hoogte.
Het was de giraf.
Ja, dat was wel een probleempje.
- Kan het dak van het paleis er niet even af, vroeg de tokek, die gewend was tegen muren op te klimmen.
- Suffie, zei de oudste schapenmoeder, dat is toch veel te koud voor het kindje!
Verlegen kroop de tokek achter een blad.
- Oe-oe-oe ik weet wat, riep een aap, die alles eerst vanuit een hoge tak had bekeken.
Je gaat bij de ingang staan, buigt je kop heel diep en je stelt jezelf dan voor. Zo’n kop met zulke mooie vlekken onthoudt het kindje vast.
- Ik kan ook wel even op m’n knieën… zei de giraf.
- Ssst… dan verwart hij jou met een kameel. Die gaan altijd door hun knieën, siste de slang
- Nou goed, ik buig mijn kop wel.
- Ssst, siste de slang, hoe ga ik me voorstellen?
Er viel een stilte…
- Nou…, zei de oudste schapenmoeder, even denken…
Je sist even, maar steek je tong niet uit.
- De karbouw, riepen de lammetjes, we zijn de karbouw vergeten.
- Nee hoor, zei de oudste schapenmoeder, ik wou juist voorstellen om de karbouw voorop te laten lopen. Hij is gewend de ploeg door de modder te trekken en loopt nooit hard. Laat hem maar voorop gaan.
De karbouw rilde van dankbaarheid om zoveel eer.
Toen stond de kantjil op.
- En ik?, vroeg hij en keek met grote ogen rond.
Alle dieren lachten.
Och-och, die printil… hij wil 0ok mee.
De maan gaf antwoord.
- Jij mag na de karbouw naar binnen.
- Maar niet het kindje plagen, zei de oudste schapenmoeder, die kantjil wel kende. Soms was hij erg nakal (ondeugend).
En de dieren gingen op weg.
Het ging… bijna helemaal goed.
Want toen de leeuw het prinsje zag, was hij zo blij dat hij zijn bek opende om eens lekker hard te brullen… maar de moeder van het prinsje keek hem vriendelijk aan en schudde even haar hoofd. Net op tijd. De leeuw gaf een zacht brulletje.
En de vliegen besloten ter plekke toch even neer te dalen op het prinsje om het met al hun poten even te aaien, maar de vader woei ze met zijn hand weg.
Na afloop liepen de dieren in optocht terug naar hun plek onder de waringin boom.
Ze waren er stil van. Ze hadden het prinsje gezien, dat eens ook hun koning zou zijn.
De maan stond weer hoog aan de hemel.
En scheen… over de sawahs… en de bergen….
En ergens klonk een gamelan…
Bewerkt en verindischt naar verhalen van de os en de ezel door Inge Dümpel
Copyright Inge Dümpel & D.D. Oltmans
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage