INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
20031283 Bezoekers
66 Bezoekers online
"Uit Indische verhalen door Inge Dümpel voor Indo Radio"
Ergens op het eiland Java, was er een moeras. Geen gewoon moeras, nee, want aan de rand lag een rotsblok, waar de dieren graag aan likten. Alle dieren van het woud kwamen daar regelmatig, want ze houden van zout. Al gauw werd het rondverteld in het oerwoud. De ene tijger zei tegen de andere:
een beetje lui en sloom Je hoeft daar maar even te wachten, en als zo’n hert of zwijn zich vooroverbuigt om aan dat rotsblok te likken, hoef je maar …hups ...
En de tijger maakte een sprongetje. Zo makkelijk ging dat allemaal? Een oude tijger, die last had van reumatiek in zijn voorpoten, besloot in die buurt te gaan wonen. Hij hoefde dan niet meer te jagen. Gewoon elke dag even zo ’n dom beest opwachten… en hij had zijn maaltje voor die dag.
Zo gezegd, zo gedaan.
Het ging als een lopend vuurtje onder de andere dieren rond, dat zich een tijger had gevestigd dicht bij het zoute rotsblok.
Kantjil hoorde dat natuurlijk ook en hij wist wel raad. Hij liep naar de plek waar de tijger woonde en sprak hem beleefd aan.
Kantjilstem, overdreven beleefd Beste Heer Tijger, waarom elke dag hier liggen wachten tot een of ander dom dier aan dat zoute rotsblok gaat likken. Ik kan u elke dag een heerlijk maaltje bezorgen. U hoeft dan niet meer op jacht te gaan. Wat eet u het liefst?
De tijger knipperde met zijn ogen. Dit was een droom die werkelijkheid werd! Hij noemde allerlei heerlijk hapjes op.
verbaasd Is dat alles? Geen probleem, hoor.
En Kantjil ging op weg. Na vijf dagen kwam hij pas terug.
overdreven beleefd Beste Heer Tijger, neemt u mij niet kwalijk, maar een luie vette tijger lag in de weg. En ik durf hem niet weg te jagen. Daarom moest ik helemaal omlopen. Gelukkig was hij hier zo vriendelijk om met me mee te gaan. Gewoon voor de gezelligheid.
Kantjil wees op meneer Baardvogel, die met een knorrig gezicht op een lage tak was gaan zitten. Hij keek altijd knorrig, daar kon hij niets aan doen.
Krrr, echt een luilak.
De tijger kwam overeind. Oh ja, dat wilde hij wel eens zien. Ga maar op mijn rug zitten, zei hij tegen Kantjil, en ga jij maar op mijn kop zitten, zei hij tegen meneer Baardvogel. Jij moet de weg wijzen.
Ze gingen op pad. Kantjil moest goed zijn evenwicht bewaren, maar dat lukte hem wel. Gelukkig was hij niet zo groot.
Meneer Baardvogel wees de weg.
Krrr, bij die boom, met die orchideeën tegen de stam, ja… daar voor u, daar moet u rechts af en dan zijn we er zo.
Dat deed de tijger. Toen kwamen ze bij een rivier.
En nu, moeten we zeker de rivier oversteken!
De tijger mopperde een beetje. Hij had honger en begon moe te worden. Twee dieren op z’n rug, en reumatiek in zijn voorpoten…
Kantjil sprong van zijn rug en zei opgewekt:
Nee, we zijn er. klikspaanstem Kijkt u maar eens in de rivier. Daar is die luie vette tijger. Ik denk dat hij een bad neemt.
De tijger liep naar voren, keek in de rivier, zag zijn eigen spiegelbeeld, dacht dat het die luie vette tijger was…
Ja, helaas, die tijger met reumatiek in zijn beide voorpoten, die is nooit meer gezien bij het zoute rotsblok.
Copyright Inge Dümpel
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage