INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19753252 Bezoekers
27 Bezoekers online
"Uit Indische verhalen door Inge Dümpel voor Indo Radio"
Op een dag wilde Kantjil een rivier oversteken. Hij had al een hele tijd rondgelopen, om te zien hoe hij aan de overkant kon komen, tot hij plotseling in de verte een krokodil zag drijven. Hij liep naar de plek waar de krokodil in het water dreef en sprak hem op veilige afstand aan.
"Dag goede vriend krokodil! Weet u, ik geloof dat er meer dwergherten zijn dan krokodillen.”
"Hoe komt u daarbij? Ik denk dat er veel meer krokodillen zijn."
"Nee hoor. Er zijn veel meer kantjils."
De krokodil was echt verbaasd over zo’n brutaliteit en hij begon zich boos te maken. Als hij naar de mond van de rivier zwom, had hij in korte tijd een hele grote groep krokodillen bij elkaar. Nee, hij wist zeker dat er meer krokodillen waren dan kantjils. Hij had grote zin die brutale kantjil op te eten, dan was hij meteen van het gezeur af. De krokodil liet alvast zijn scherpe blinkende tanden zien.
"Ik weet zeker dat jij je vergist!"
Maar Kantjil was daar helemaal niet van onder de indruk.
"Nou… als er echt meer krokodillen zijn, kom dan allemaal hier bij elkaar, zodat ik jullie kan tellen, want ik kan het nog steeds niet geloven. Volgens mij zijn er toch meer kantjils."
"Best! Ik zal alle krokodillen bij elkaar roepen en dan zul je het zelf zien dat wij met meer zijn."
De krokodil dook onder. Na een hele tijd kwam hij weer boven met al zijn krokodillenvrienden. De rivier zag bruin van al die krokodillenruggen.
Kantjil kon zijn ogen niet geloven. Die domme krokodil geloofde hem! Tjonge jonge, wat een sufkop. Kantjil zei dat de krokodillen netjes naast elkaar moesten gaan liggen van de ene oever naar de andere. Dat maakte het tellen makkelijker en hij kon zich dan niet vergissen bij het tellen. De krokodillen keken elkaar aan. Als Kantjil dat zo wou, vooruit, vooruit dan maar. Kantjil gaf nog allerlei aanwijzingen. Of de krokodil met die mooie bolle ogen wat dichter bij de krokodil kon gaan liggen met die prachtige staart. Zo ja. Goede vrienden, een beetje dringen mag nu. En de krokodillen drongen en duwden tot er als het ware een brug was ontstaan van de ene oever naar de andere. Op verzoek van Kantjil moesten zij doodstil liggen, terwijl hij telde.
“Mijn goede vrienden, ik begin nu. Ik zal van de ene rug op de andere stappen en ondertussen tel ik dan.
Een… twee…drie…”
Kantjil stapte van de ene krokodil op de andere. Eentje kreeg plotseling ontzettende jeuk in zijn staart en vroeg aan zijn buurman om even op dat plekje te krabben met zijn staart. Maar Kantjil waarschuwde dat iedereen, ja iedereen echt doodstil moest liggen.
Zo kwam Kantjil aan de overkant terecht. Hij riep:
"Ha, krokodillen! Het was helemaal niet mijn bedoeling om jullie te tellen. Ik moest aan de overkant zijn! Bedankt voor jullie hulp!"
De krokodillen waren woedend. Het was die kantjil weer gelukt om hen te foppen.
"Pas jij maar op, vriend! Zodra jij je weer bij de waterkant laat zien, ben je er geweest!"
Had kantjil maar goed onthouden wat de krokodillen hem hadden nageroepen.
Op een dag liep hij aan de waterkant om een slokje te drinken. En… hap! Daar was een krokodil en had zijn poot vast in zijn grote bek. Ja…ha, toen bibberde kantjil wel even. Maar niet lang. Hij had alweer iets bedacht.
"Zeg, goede vriend, volgens mij heb je een bril nodig. Zie je niet dat je een stok in je bek hebt!"
De krokodil wou meteen reageren en opende zijn bek. Hierdoor kwam de poot van kantjil vrij, die meteen een heel eind weg sprong.
De krokodil was boos op zichzelf. Maar… wacht eens. Krokodillen kunnen immers heel stil liggen, zodat het lijkt of ze een boomstam zijn. Als kantjil weer kwam drinken, zou hij eerst heel stil blijven liggen. En dan.. hap… zo ’n klein beest kon hij in een hap naar binnen werken.
Na een paar dagen kwam kantjil weer bij de rivier. Hij had eerst goed gekeken. Nee… geen krokodil te zien.
Ja… daar lag een boomstam… of… was het wel een boomstam? Kantjil zag ineens twee bollen boen het wateroppervlak. De ogen van de krokodil, die hij nu gesloten hield. Kantjil riep:
"Als u een boomstam bent, keer u dan om; als u een krokodil bent, blijf dan liggen!"
En lieve hemel… de boomstam keerde zich om! Toen Kantjil dat zag, maakte hij dat hij wegkwam, terwijl hij de krokodil toeriep: "Een boomstam kan zich niet omkeren, domme krokodil!"
En kantjil liep weg, het bos in.
Door Inge Dümpel en Jeffrey van Overeem
Copyright Inge Dümpel
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage