INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
20037760 Bezoekers
25 Bezoekers online
"Uit Indische verhalen door Inge Dümpel voor Indo Radio"
Een groepje krokodillen lag bij elkaar in het water en een paar andere lagen aan de oever van de rivier, lekker lui in de zon. Ze hadden het over Kantjil. Dat hij zo slim was. Maar dat kon toch niet waar zijn. Krokodillen waren veel en veel slimmer! Ja, maar waarom deden zij dan altijd wat kantjil hen vroeg. Ze moesten eerst nadenken voor ze reageerden op een vraag van kantjil.
Dat was dan afgesproken. Eerst denken, dan pas doen.
Dee oudste krokodil zei tegen Buaya, een grote (maar wel een beetje domme) krokodil:
“Kantjil komt meestal op dezelfde tijd hier drinken. Dan moet jij op je achterpoten staan en je doodstil houden, Buaya.”
Tegen de tijd dat kantjil meestal kwam, zwommen de krokodillen weg. Alleen Buaya bleef achter en ging op zijn achterpoten staan. Kantjil sloot even en snoff de lucht op. Hij moest stiekem lachen. Hij kon gewoon ruiken dat daar geen boom stond, maar een krokodil. Hij zei:
"Hé, wat zie ik nou? Een boom of een krokodil? Als u een boom bent, keer u dan om."
Buaya wachtte even en draaide zich toen om. Kantjil sprong weg, terwijl hij riep:
"Je bent geen boom, je bent een krokodil!"
Wat waren de krokodillen boos op Buaya.
“Goeie genade Buaya, je bent toch geen boom. Je had stil moeten blijven staan!”
Buaya schaamde zich en bedacht een list. Hij kende een plek in het bos waar regelmatig varkens kwamen. Hij zou zich in een gat verstoppen en als Kantjil langs wandelde, had hij hem meteen beet!
Zo gezegd, zo gedaan.
Hij liep het bos in en maakte een soort nest waar hij in kroop. Hij wist helaas niet dat zijn staart uitstak. Toen kantjil dat stukje staart zag, moest hij even nadenken. Hij kon niet tegen de krokodil op, maar… een tijger wel!
“Ah… een lekker hapje zou nu wel heel fijn zijn. Mmm… maar waar vind ik dat hier zo midden in het bos.”
Kantjil had de tijger gehoord en zei op eerbiedige toon:
“Meneer de tijger, ik weet een plek in het bos waar u vast een lekker hapje zult vinden.”
“Waar dan, waar… is het ver van hier?”
Kantjil wees hem de plek waar de krokodil zich had ingegraven. Oh---oh het gevecht dat toen losbrak tussen de krokodil en e tijger! De bladeren vlogen in het rond, je hoorde kedeboek … kedebak… maar ze waren ven sterk. Doodmoe moesten beiden het gevecht opgeven.
En nu was ook de tijger woest op kantjil. Die stond op een veilige afstand en hoorde alles.
De tijger besloot net te doen of het hem niets kon schelen dat hij eigenlijk verloren had van de krokodil. Maar als hij kantjil weer tegenkwam… wacht maar!
Hé… als dat niet kantjil was die daar liep. Ja hoor. Hij sprak kantjil heel vriendelijk aan:
“Dag kantjil! Wat doe je hier zo vroeg in het bos? Vertel eens…”
De tijger sloop naderbij. Kantjil voelde dat de tijger er niets van meende. Hij had de tijger immers in de val laten lopen. Tijgers vergaten niet gauw als je hun iets had aangedaan. Kantjil dacht en dacht…snel, hij moest iets verzinnen.
“Meneer tijger, wat ik hier doe in het bos? Ik heb opdracht van de koning van Verreland om deze eieren te bewaken. Ik weet niet waarom, maar de koning zal me vermoorden als er iets met deze eieren gebeurt. Maar… als u wilt, mag u er een paar van mij opeten. Als u maar niet meer boos bent op mij.”
Natuurlijk beloofde de tijger dat. Kantjil wees op de vruchten die onder een boom lagen en die net zo rond en wit van kleur waren als een ei.
De tijger dacht niet lang na en nam snel een paar van die eieren in zijn bek… En spuugde ze snel weer uit!
Het waren geen eieren, het waren hele zure vruchten!
De tijger keek om zich heen. Nu zou hij die kantjil toch…
Maar kantjil was nergens meer te zien.
Door Inge Dümpel en Jeffrey van Overeem
Copyright Inge Dümpel
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage