INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19660154 Bezoekers
1 Bezoeker online
Bij artikel 1 van het voor Java en Madoera geldend Agrarisch besluit (zie Agrarische Wet), welke bepaling bij Stbl. 1875 no. 199a, van toepassing is verklaard op de Buitengewesten, is bepaald: Behoudens opvolging van de tweede en derde bepaling van de voormelde (Agrarische) wet blijft het beginsel gehandhaafd, dat alle grond, waarop niet door anderen recht van eigendom wordt bewezen, domein van den Staat is.
Die tweede en derde bepaling schrijven bescherming van Inlandse grondrechten voor.
De Koninklijke wetgever verklaart dus, dat alle grond, waarop anderen hun eigendomsrecht niet kunnen bewijzen, domein d.i. eigendom van het Land is, welk recht echter beperkt kan zijn door Inlandse grondrechten.
Is dat Inlandse grondrecht omvangrijk bijv. erfelijk individueel bezit dan is het eigendomsrecht van het Land van weinig of geen waarde, maar niettemin blijft het eigendomsrecht van het Land voor alle niet in eigendom bezeten gronden bestaan.
Men onderscheidt vrij en onvrij Landsdomein, naar gelang van de daarop door anderen uitgeoefende rechten.
Uit bovenstaande bepaling volgt verder, dat ieder die in Ned.-Indië eigendomsrechten op grond beweert te hebben, die rechten tegenover het Land moet bewijzen, anders wordt het Land veronderstelt eigenaar te zijn.
Van alle woeste gronden is het Land dus vrij eigenaar, behoudens dat in de Iaatste twintig jaren stemmen opgaan, dat het eigendomsrecht op die woeste gronden beperkt is door het beschikkingsrecht van de Inlandse rechtsgemeenschappen.
(Zie Beschikkingsrecht).
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage