INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
18649604 Bezoekers
15 Bezoekers online
Het havenwezen ressorteert onder het departement van verkeer en Waterstaat, waaraan een afdeling „Havenwezen” is verbonden. De grote havens staan onder een beheerder en een commissie van bijstand. Deze havens zijn die van Tandjoengpriok, Semarang, Belawan (haven van Medan), Makasser, Soerabaja, Tjila- tjap, Emmahaven (haven van Padang), Palembang, Cheribon en Manado. De beheerders van de havens van Tandjongpriok, Semarang, Belawan, Makasser, Soerabaja en Emmahaven zijn (hoofd)ingenieurs bij ’s Lands waterstaat met de titel „directeur”. De overige beheerders zijn de betrokken havenmeesters. De commissie van bij-stand wordt voorgezeten door de beheerder (met uitzondering van die van de haven van Cheribon, waarvan de voorzitter de directeur is van de haven van Semarang). Een veertiental andere havens staat eveneens onder beheerders, echter zonder commissie van bijstand. Bij de overige havens kan van geen eigenlijk beheer en exploitatie worden gesproken: de belanghebbende overheidsdiensten (daar waar commissies van bijstand zijn ingesteld daarin ambtshalve zijn vertegenwoordigd) beslissen elk op eigen terrein.
Onder bedrijfshavens worden verstaan die havens waarbij beheer als beginsel is aangenomen om de uitgaven, met inbegrip van de kapitaalslasten door de inkomsten te dekken. Als bedrijfshavens zijn aangewezen die van Tandjoenpriok, Semarang, Soerabaja, Makassar, Belawan, Emmahaven, Tjilatjap, Cheribon, Tegal, Pekalongan, Pasoeroean, Probolinggo, Panaroekan, Banjoewangi, Palembang, Asahan, Benkoelen, Sibolga, Bandjermasin, Benoa, Amboina en Manado.
Aan de provincies op Java is het beheer van de binnen haar gebied gelegen Lands- haveninrichtingen overgedragen, met uitzondering van dat van de bedrijfshavens.
Voor een gerichte exploitatie van de bedrijfshavens zijn reglementen vastgesteld voor de opslag, de lig-plaatsen, het goederengeld (ook voor andere havens), het havengeld, het havenmaterieel, de waterverstrekking en de electriciteitsverstrekking.
Het spreekt vanzelf dat de bouwkosten van de grote havens schatten hebben gekost. Zo bedroegen deze voor de havens van Tandjoengpriok ruim 51 miljoen gulden, van Soerabaja ruim 75 miljoen gulden, van Semarang bijna 13 miljoen gulden, Tjilatjap ruim 2½ miljoen gulden, van Makasser bijna 13½ miljoen gulden, van Emmahaven bijna 4½ miljoen gulden, van Sabang 3½ miljoen gulden, van Belawan bijna 23 miljoen gulden en van Palembang, Manado en Benoa elk circa 1 miljoen gulden.
De havens van Nederlandsch-Indië, geopend voor de algemene handel, zijn toegankelijk voor de schepen van alle volken, met welke het koninkrijk der Nederlanden in vriendschap is, behoudens de naleving der algemene en plaatselijke verordeningen. In andere havens worden de schepen onder hetzelfde voorbehoud toegelaten, voor zoover zulks is overeen te brengen met de verordeningen nopens de kustvaart en nopens de heffing en verzekering der in- en uitvoerrechten (artikel 184 I.S.).
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage