INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19937930 Bezoekers
57 Bezoekers online
Behoren tot de katachtige roofdieren (geslacht Felis)en komen in verschillende soorten in de archipel voor.
Het bekendst is de koetjing hoetan of dwergkat, iets kleiner dan de huiskat, die in holle bomen in de bossen leeft (Java, Sumatra, Borneo). Verder de nevel-panter of rimau ketjil (d.i. de kleine tijger) die circa 1m. lang wordt (zonder de staart) en zowel in de vlakte als in het gebergte in de bomen leeft (Sumatra en Borneo).
Hij eet kleine dieren en is voor den mens niet zo gevaarlijk als de grote panter.
Op laatstgenoemde eilanden komen ook twee effen roodbruine katsoorten voor, een kleine en een veel grotere (lichaamslengte 80 cm.).
Deze laatste is volgens de Sumatraan de leidsman van de koningstijger, die hij steeds zou voorgaan.
Alleen op Timor en Rotti komt nog een kleine, wilde katsoort voor van de grootte van de dwergkat, geelachtig en donker gevlekt en gestreept.
De huiskat, die afstamt van de Nubische woestijnkat wordt in Indië allerwege gehouden.
Inlanders zijn zeer op katten gesteld.
Ook Mohammed, de gezant Gods, zou veel van katten hebben gehouden, reden voor den gelovige Moslim het dier goedgezind te zijn.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage