INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
20031078 Bezoekers
45 Bezoekers online
Dit is een gebruik dat wel overal in de archipel in zwang is geweest. Voor de meeste streken is dit aantoonbaar; in sommige werd het nog niet zo lang geleden beoefend.
Uiteraard ging het Bestuur deze barbaarse gewoonte met kracht tegen en naarmate de bestuursinvloed intensiever werd verdween het, nadat dit gebruik ook onder de invloed van Christendom en Islam afnam.
Thans wordt alleen nog in Nieuw-Guinea, waar nog niet allerwege een intensief bestuur wordt gevoerd, gesneld.
De overheersende mening van gezaghebbende schrijvers is dat bij het koppensnellen animistische en spiritistische drijfveren voorzitten.
Men offert mensen aan een overledene om deze in het hiernamaals te dienen.
Bij de snellende Dajakstammen trokken afzonderlijke personen (zoons van een overledene van aanzien), ook wel meerdere, van drie tot tien personen er op uit om iemand het hoofd af te slaan, waartoe veelal verre reizen werden ondernomen.
Soms werden zij hiertoe aangezet door een droom.
Liefst snelt men bij stammen waarmede men in bloedvete leeft.
Bij stammen die een bondgenootschap hebben aangegaan met de stam waartoe de snellers behoren, mag niet worden gesneld.
Soms dost men zich in krijgskostuum om te gaan snellen.
Het slachtoffer - en allen, mannen, vrouwen, kinderen zijn welkom -wordt beslopen en verraderlijk vermoord.
Na het snellen worden de koppen verdeeld.
Was het aantal niet toereikend dan werden ze in stukken gehakt en werden deze verdeeld.
Berucht waren de koppensnellers van Serawak.
De Papoea’s van Zuid-Nieuw-Guinee snellen voor de naamgeving van de kinderen.
Het laatste woord dat de persoon die gesneld wordt uit, of zelfs maar het geluid dat hij uitstoot wordt de naam van het kind.
Dit kind heeft dan later in het hiernamaals in de gesnelde een slaaf, die hij slechts met zijn eigen naam heeft te roepen.
Bij sommige Papoeastammen op Nieuw-Guinee - en vroeger ook elders - moet een jongeling één of twee koppen hebben gesneld alvorens te kunnen huwen. Na het snellen wordt bij thuiskomst een snel-feest gegeven, mede om de zielen van de gesnelde personen gunstig te stemmen.
De gesnelde koppen worden geprepareerd om duurzaam te blijven en veelal versierd.
Men beschouwt de zielen ook als beschermgeesten voor de stam.
De geprepareerde koppen worden beschermende fetiçen, de stukjes worden als amuletten aan het lijf gedragen.
De haren worden verbrand als medicijn gebruikt.
De zielstof dient dus voor alles en is overal voor bruikbaar.
Zijn de koppen gesneld voor een overledene, dan worden ze vaak op diens graf opgehangen.
Zie ook Heidendom.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage