INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19753275 Bezoekers
4 Bezoekers online
Voor inwendig gebruik kookt men een knol temu lawak met wat asem (tamarinde) zo groot als een kippenei en wat gula aren in twee splitglazen (zie maten) water.
Men verkookt dit tot op de helft en neemt het in.
Dit kruid komt veel in de bossen voor en wel in de warmte.
Ook groeit het op tegalgronden (onbevloeibaar bouwland)
De wortelstok is een zeer bekend medicijn.
Vers doorgesneden is deze in het hart geel.
Oudere wortels krijgen een vuile oranje kleur en bevatten vrij veel olie.
De empu wordt als medicijn gebruikt en de bijwortels leveren een gemakkelijk verteerbaar kindervoedsel. In losse rode grond kunnen de wortels zeer groot worden.
Wanneer geen verse wortels ter beschikking zijn, kan men zich behelpen met gedroogde.
Deze zijn echter niet zo werkzaam.
De verse knollen worden geraspt, het raspsel uitgeperst en het vocht door een doekje gefiltreerd.
Dit moet een nacht blijven staan om te bezinken.
Het bezinksel bevat rauw zetmeel, dat de maag bezwaart en niet moet worden ingenomen, omdat het ook slecht voor de nieren is.
Zij, die bij het gebruik van temu lawak baat vinden, zijn vaak geneigd tot overmatig gebruik.
Dit is echter niet goed en brengt de maag onnodig van streek.
Als men een verse knol neemt ter grote van een eendenei, is dat voor een dagelijkse dosis genoeg.
Men krijgt daarvan een hoeveelheid vocht, om een portglas mee te vullen en dat is ruim voldoende.
De gedroogde knol moet enigszins anders worden behandeld.
Deze snijdt men in dunne schijfjes en trekt daar thee van.
Dit is de tamarindeboom, die op Java in de laagvlakte algemeen voorkomt vooral langs de wegen.
In de tijd, dat de rijpe peulen afvallen, ziet men de Javaanse vrouwen, die naar de pasar gaan, de asemvruchten, die ze op hun weg zien liggen, oprapen.
Asem wordt in de keuken veelvuldig gebruikt en komt ook voor in de meeste rijsttafelgerechten.
Asem bevordert de verteerbaarheid van vlees en neemt de onaangename lucht van vis weg.
Van de vruchten maakt men gelei en jam en ook kan er een verfrissende stroop mede bereid worden.
Asem kawak heten de overjarige vruchten, die voor medicinale doeleinden geprefereerd worden boven verse. Onder “bereidingen”vindt men, hoe van deze asem kawak de geneeskrachtige zogenaamde tamarindeolie wordt gemaakt, welke de Javaan madu asem noemt.
Asem kawak dient men ook paarden toe tegen kwade droes.
(Een bij paarden en nauw verwante soorten voorkomende infectieziekte, veroorzaakt door de bacterie Loeffleria (Mallomyces) mallei, meestal beginnend met ontsteking van het neusslijmvlies)
's Morgens geeft men het paard een hoeveelheid als een eenden- ei, vermengd met zoveel water, als in een aer blanda (spuitwater) fles gaat.
Palmsuiker is een product wat veel in de Indische, Thaise en Vietnamese keuken wordt gebruikt.
Je vindt het in zowel zoete als hartige gerechten.
In Indonesië staat het bekend als “gula jawa” wat in het Nederlands javaanse suiker betekent.
Er zijn verschillende soorten, de palmsuiker uit het sap van de arenpalm (gula aren), uit het sap van suikerriet (gula tebu), uit het sap van de cocospalm (gula kalapa) en uit het sap van de lontarpalm (gula siwalan).
De bewoners stellen de gula kalapa het hoogst.
De gula aren ruikt het lekkerst. Het palmsap wordt afgetapt; het rietsap door persing verkregen.
Het koken van de suiker uit dit sap gaat voor alle soorten vrijwel op dezelfde wijze.
De verkregen suiker is nimmer geheel zuiver.
Ze ziet donker geel tot bruin en heeft steeds een bijsmaak, die vaak zeer aangenaam en geurig is, dit is dan ook de reden dat de gula jawa vaak wordt geprefereerd boven de zuivere kristalsuiker, zoals de Europese fabrieken die maken.
Uit de bloeikolven wordt het palmsap getapt, waaruit door indampen de gula aren of arensuiker wordt bereid.
Van de zaden van de arenpalm worden de geliefde glibbertjes gemaakt, een confituur bekend onder den naam van kolang kaling.
Uit het merg van de arenpalm wordt meel bereid op dezelfde wijze als sago wordt gewonnen.
Op Java noemt men dit med pati, dat zoveel betekent als het Hollandse bloem.
Dit meel is zeer licht verteerbaar en bijzonder geschikt als voedsel voor buiklijders.
Als het goed gedroogd is, kan het jarenlang worden bewaard.
De arenpalm levert bovendien nog het indjuk, ook wel idjuk of kortweg duk geheten.
Dat zijn de zwarte borstelige vezels, die tussen de bladstelen groeien en waarvan touw en borstelwerk wordt gemaakt.
Het rot zeer moeilijk en blijft ook in de grond zeer lang goed.
Het wordt gebruikt, om de ondereinden van palen te omwinden, die in de grond staan en daardoor een bescherming hebben tegen rajap.
In het binnenland wordt het veel gebruikt als dakbedekking.
Bij waterkeringen dient het tussen de stenen, om het zand vast te houden en uitspoelen tegen te gaan. Verder doet men een plukje indjuk onder in de bloempotten, waardoor het uitlozingsgat vrij blijft.
Chevelures, varens en begonia's groeien dan het best.
Waarschuwing: neem altijd eerst contact op met uw huisarts voordat u
gebruik maakt van de informatie, middelen en of (be)handelingen op deze website.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage