INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19859418 Bezoekers
7 Bezoekers online
De overheidszorg voor de landbouw berust bij het departement van economische zaken en wel bij de afdeling landbouw en visserij, voor zover deze de inheemse bevolking betreft.
Hieronder ressorteert o.m. de landbouwvoorlichting, welke dienst beschikt over landbouwconsulenten die zijn belast met de leiding van de gewestelijke diensten en aan wie zijn toegevoegd jongere landbouwconsulenten en landbouwopzichters.
Voor bijzondere werkzaamheden wordt verder gebruik gemaakt van landbouwkundige ambtenaren.
De landbouwconsulenten zijn afgestudeerden van de landbouwhogeschool te Wageningen.
Zij zijn voor de zuiver landbouwkundige zaken rechtstreeks ondergeschikt aan het hoofd van de afdeling landbouw, maar in alle andere opzichten toegevoegd aan de hoofden van de tot het landbouwressort behorende gewesten.
Zij zijn de deskundige voorlichters van de bevolking en de adviseurs van de gewestelijke bestuurshoofden.
De werkzaamheden van de landbouwvoorlichtingsdienst breidden zich onder invloed van de crisistoestanden sterk uit; de prijsval van verschillende producten leidde veelal tot een geheel andere waardering van de bevolkings-cultures.
De belangstelling voor de teelt van voedselgewassen, vruchten en bloemen nam toe ten koste van die voor handelsgewassen.
In de provinciën op Java is de landbouwvoorlichtingsdienst aan deze overgedragen.
Mede onder genoemde afdeling ressorteert de tuinbouwkundige dienst die de problemen in verband met het stadium van ontwikkeling van de tuinbouw onderzoekt, ten einde de voorlichtingsdienst in de gelegenheid te stellen ter zake voorlichting te geven.
Daartoe heeft deze dienst de beschikking over een aantal proef- en kweektuinen, welke tevens worden benut om de bevolking van goed
soort-echt plantmateriaal te voorzien.
Voorts behoort tot de taak van deze dienst: het onderzoek naar de juiste verpakking en emballage van tropisch fruit, gecombineerd met koeltechnische vraagstukken; de afzet van tuinbouwproducten; de bevordering van de bijenteelt.
De leiding berust bij een landbouwconsulent 1ste klasse, samen met tuinbouwkundige ingenieurs, tuinbouwkundige ambtenaren, adjunct landbouwconsulenten en tuinbouwopzichters.
De onderafdeling landbouweconomie onderzoekt de factoren, welke de levensvatbaarheid van de grote landbouwbedrijven beheersen, die van de voornaamste inheemse bedrijven en cultures, de economische positie welke de belangrijkste van deze cultures innemen en verstrekt algemene economische adviezen.
Verder verleent zij medewerking aan erfpacht uitgifte, bosreserveringen, taxatie bij afkoop van particuliere landerijen.
Voor landbouwonderwijs zie Boswezen.
Voor de grote landbouw zijn door de regering een drietal commissies ingesteld, die de belangen van de grote cultures bij haar, en bij de hoofden van de departementen en die van de gewesten kunnen aangeven.
Voor de suikerindustrie zijn die werkzaamheden opgedragen aan het Algemeen Syndicaat van Suikerfabrikanten in Ned.-Indië, voor de bergcultures aan het bestuur van het Algemeen Landbouw-syndicaat en voor zover Noord-Sumatra betreft aan een commissie uit de besturen van de Algemene Vereniging van rubberplanters aan de oostkust van Sumatra en de Deli-plantersvereniging.
Voor ’s Lands landbouwbedrijven zie onder Kina en Rubber.
Voor de op de landbouw betrekking hebbende landslaboratoria zie Laboratoria.
Onder genoemd departement ressorteren verder het bodemkundig instituut, het instituut voor plantenziekten en het landbouwkundig instituut.
Deze laatste instelling die zich bezig houdt met de bestudering van de maatregelen die kunnen worden getroffen ter verbetering van de cultuur van de landbouwgewassen, met de verstrekking van adviezen ter zake en met de veredeling van gewassen, werkt in nauw contact met de
landbouwvoorlichtingsdiensten.
Voor het klapperproefstation te Manado zie Kalapa.
Voor ’s Lands plantentuin zie Plantentuin.
Voor de afzonderlijke cultures ziet men het betrokken artikel.
Zie verder: Agrarische Wet, Beschikkingsrecht, Grond (Rechten Op De), Domeingrond, Kolonisatie, Landbouwconcessies (In De Buitengewesten) , Landverhuur, Ontginningsrecht, Particuliere Landerijen, Overeenkomsten, Zamelrecht, Vorstenlanden.
Landbouwconcessies (In de Buitengewesten).
De uitgifte van grond in de zelfbesturende landschappen aan de grootlandbouwindustrie of aan niet-inheemsen heeft de regering als regel aan de zelfbesturen gelaten, zij het onder toezicht.
Slechts in de landschappen van Timor en Onderhorigheden, Atjeh en Onderhorigheden, Celebes en Onderhorigheden en Ternate berust de uitgifte bij het Gouvernement.
Nadat enige particulieren omstreeks 1870 met verschillende
zelfbestuurders aan de oostkust van Sumatra grondovereenkomsten hadden gesloten, heeft de regering in 1877 een model voor die overeenkomsten vastgelegd voor het landschap Siak Sri Indrapoera, dat ook aan de oostkust van Sumatra als model diende.
In 1892 werd een algemene regeling getroffen, waarbij de hoofden van gewestelijk bestuur gemachtigd werden concessies voor landbouwondernemingen goed te keuren namens het Gouvernement, mits zij waren opgemaakt op voet van het bij die machtiging vastgestelde model. Verder werd in 1902 een algemene regeling vastgesteld voor landschappen, waar de gronduitgifte bij het Gouvernement berustte.
De Hoofden van gewestelijk bestuur werden tot die uitgifte gemachtigd op voet van een modelakte terwijl voor hen een instructie werd vastgesteld. Beide regelingen zijn enige malen gewijzigd en aangevuld.
Terwijl in het rechtstreeks bestuurd gebied bij afstand van grond in erfpacht aan de grootlandbouwindustrie alleen gronden werden en worden uitgegeven, waarop de Inlandse bevolking geen rechten heeft, omvat een landbouwconcessie als regel ook bevolkingsgronden.
Is de erfpachter dus op zijn grond alleenheerser, de
landbouwconcessionaris is verplicht terdege met de rechten van de bevolking rekening te houden.
Dit heeft in de loop der jaren reeds tot veel ingewikkelde kwesties aanleiding gegeven.
Over enige tientallen jaren zullen echter weinig landbouwconcessies meer bestaan, daar na de inwerkingtreding van Staatsblad 1919 no. 61 de gronden in de zelfbesturende landschappen ook in erfpacht zullen moeten worden uitgegeven volgens een regeling, die slechts op enkele punten afwijkt van die voor het rechtstreeks bestuurd gebied.
Sedert 1916 verschaft een opstalregeling de mogelijkheid gronden uit te geven voor huizenbouw.
Tevoren kon men daarvoor gronden in erfpacht verkrijgen.
Ook bestaat een regeling voor afstand van grond voor de uitoefening van de tuinbouw en de kleine landbouw.
Landbouwonderwijs.
De afdeling „landbouwonderwijs en publicaties” van het departement van economische zaken, behandelt de landbouwonderwijsbelangen, zij houdt toezicht op de instellingen van landbouwonderwijs en op de uitbreiding daarvan en houdt voeling met het departement van onderwijs en eredienst voor zover dit de landbouw bij het onderwijs betreft.
Landbouwonderwijs wordt gegeven :
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage