INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19753483 Bezoekers
13 Bezoekers online
een volksstam wonende op de hellingen van het Barisan-gebergte tussen Padang Lawas en Groot-Mandailing, meer aan de kant van Mandailing (onderafdeling Groot- en Klein-Mandailing, Hoeloe en Pekantan afdeling Padangsidimpoean, residentie Tapanoeli).
Zijn oorsprong staat niet vast; sommigen menen dat zij van Minangkabause herkomst zijn, anderen dat zij van het Maleise Schiereiland zijn gekomen. Naar hun uiterlijk (zij zijn klein en hebben brede aangezichten) zijn zij vrij zeker geen Bataks, hoewel het zeer wel mogelijk is dat zij gelijk met de Bataks van Malaka emigreerden.
Hun uiterlijk en hun taal (een Maleis dialect) duiden in alle geval er op dat zij Maleiers zijn.
De mannen dragen een tjawat (lende gordel), de vrouwen korte rokjes.
Zij wonen afzonderlijk in gehuchten, evenals de Batakse gehuchten pagëran geheten.
Zij wonen en leven goeddeels nog zeer primitief doch zijn overigens met de Mandailingers versmolten.
Zij werken aan de weg en verzamelen bosproducten.
Gedeeltelijk zijn zij tot de Islam, gedeeltelijk tot het Christendom overgegaan, anderen zijn nog heidenen.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage