INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19753286 Bezoekers
15 Bezoekers online
residentie, en gelijknamige afdeling, onderafdeling, district en hoofdplaats, bestaande uit vijf afdelingen:
Het gewest telt bijna 1.140.000 inwoners, waaronder ruim 3200 Europeanen en bijna 20.000 Chinezen.
Alleen de afdelingen Manado (met uitzondering van de onderafdeling Bola’ang Mongondow) en Gorontalo worden rechtstreeks bestuurd.
Overigens bestaat het gewest uit zelfbesturende landschappen.
Het gehele gewest is bergachtig en op enkele plaatsen nog werkzaam vulkanisch.
In de Minahasa (aldus wordt genoemd het gedeelte van de afdeling Manado bestaande uit de onderafdelingen Manado, Tondano en Amoerang) de Goenoeng Klabat (1995 m.), de Goenoeng Sopoetan (1827 m.) en de Goenoeng Lokan (1592 m.).
Op Groot-Sangihe de Goenoeng Awoe, in de afdeling Gorontalo de Goenoeng Boliohoetoe (2070 m.), verder naar het westen de bergen Kalangkangan (2432 m.), Maling (2707 m.), Saoeampa (2067 m.), Ogoamas (2565 m.), naar het zuiden de Gawalisi (2462 m.), Lokilalaki (3311 m.) en naar het oosten de Tamoengkoe Bae (2628 m.)
Rivieren van enig belang voor de scheepvaart heeft het gewest niet.
De vorm van dit gebied geeft geen gelegenheid tot het ontstaan van grote rivieren.
Genoemd mogen worden de Poso als afwatering van het Poso-meer (in 1864 ontdekt) en de Golf van Tomini en de Paloe als afwatering van het meer van Paloe in de Paloebaai.
Andere meren van enig belang zijn het meer van Tondano en het meer van Limboto (bij Gorontalo).
Met uitzondering van de reden aan deze baai en van de rede van Gorontalo heeft het gewest geen reden welke het gehele jaar toegankelijk zijn voor grote zeeschepen aangezien ze te veel bloot staan aan de heersende moessons.
Behalve de reeds genoemde Sangihe- en Talaud-eilanden behoren nog tot het gewest de om de Minahasa liggende eilanden (Bangka, Gangga, Talisai, Lembeh, Manterawoe, Manado Toea, enz.), de Togian of Schildpadeilanden en de Banggai-archipel.
De gewestelijke, afdelings- en onderafdelingshoofdplaats Manado telt bijna 27.500 inwoners waaronder ruim 1400 Europeanen en 6000 Chinezen en andere vreemde Oosterlingen, en heeft een gemeenteraad met een burgemeester als voorzitter.
De Minahasa wordt bestuurd door de plaatselijke raad van de Minahasa (Minahasaraad) onder voorzitterschap van de assistent-resident van Manado.
Andere plaatsen van enig belang zijn de onderafdelingshoofdplaatsen Tondano met een koel, gezond klimaat, Amoerang en de
afdelingshoofdplaatsen Gorontalo, Donggala en Poso.
Behalve in de zeer vruchtbare Minahasa is de grond in het algemeen weinig vruchtbaar.
Zeer belangrijk is er de klappercultuur en daaraan annex de koprabereiding, vooral in de Minahasa: het daartoe behorend eiland Talisai wordt geëxploiteerd door de Molukse Handelsvereniging.
Ook andere particuliere ondernemingen zijn in de Minahasa werkzaam (kopra, koffie).
De koffiecultuur van de bevolking is van weinig belang.
Hoofdvoedsel van de inheemse bevolking is mais (aldaar miloe genaamd) en rijst, in de Minahasa en in de onderafdeling Gorontalo op sawa’s, elders bijna overal op droge gronden geteeld.
Verder is de uitvoer van bosproducten van belang.
Het gewest levert verschillende goede houtsoorten.
(In de compagnietijd reeds werd door de Minahasers ijzerhout geleverd). De noordelijke arm van Celebes heette zeer goudrijk te zijn, zodat tal van goudmaatschappijen aldaar haar terrein van werkzaamheid vonden.
Op een enkele na zijn deze alle reeds opgeheven.
De inheemse bevolking van de Minahasa zijn de Manadonezen.
Deze zijn met de bewoners van de Sangihe- en Talaudeilanden bijna allen Christenen.
De overige inheemse inwoners van het gewest zijn Mohammedanen en in de binnenlanden van Midden-Celebes heidenen.
Over de bewoners van de Minahasa zie Minahasa, over die van
Centraal-Celebes zie Toradja.
Bij de vestiging van ons gezag in het laatste gebied zijn enige conflicten niet uitgebleven.
Het overige deel van het gewest is op vreedzame wijze onder ons gezag gekomen en gebleven.
Onze invloed en vestiging in het Manado’se dateert van 1657, toen onze hulp werd ingeroepen en verleend tegen de Spanjaarden die er enige kleine nederzettingen hadden.
Specifiek inheemse diersoorten zijn de babi-roesa (zie aldaar) of hertzwijn en de sapi-hoetan of anoeang (zie aldaar), een kleine soort wilde buffel.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage