INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
18115957 Bezoekers
20 Bezoekers online
heet het noordoostelijke deel van de noordelijkste arm van Celebes omvattende de onderafdelingen Manado, Tondano en Amoerang, van de afdeling Manado, residentie Manado.
Het is wat de inheemse Inlanders betreft een zeer specifiek gedeelte van Ned.-Indië.
Het telt bijna 310.000 inwoners, waaronder 24.000 Europeanen en ruim 6000 Chinezen.
Bijna 90 jaren geleden werd er het Christendom gepredikt met zodanig gevolg dat de bevolking sinds mensenheugenis nagenoeg geheel Christen is. Als gevolg hiervan heeft zij zich meer vereuropeest dan enig ander volk in de archipel en voelt zij zich ook nader tot de Europeaan.
Men noemt de Minahasa dan ook wel de 12e provincie van Nederland.
Het land is vulkanisch en zeer vruchtbaar (zie Manado).
Rijst en kopra zijn de voornaamste producten.
Het onderling hulpbetoon, b.v. bij veldarbeid, elders toeloeng-menoeloeng genoemd, is hier ook inheems en heet er mapaloes.
Het district is er de oudste territoriale eenheid en heeft als zodanig -behoudens het beginsel van de domeinverklaring - het beschikkingsrecht over de grond.
De woeste gronden zijn communaal bezit (tanah kalakéran).
De Minahassers zelf beschouwen zich als Alfoeren (Alifoeri), maar meer waarschijnlijk is dat zij afkomstig zijn van de noordelijker gelegen eilanden.
Hun uiterlijke overeenkomst met Japanners, alsmede hun intellect duiden zelfs op verwantschap met dit Mongoolse volk.
In de taal vindt men echter hiervan geen bevestiging.
Deze behoort tot de Filipijnse taalgroep (met uitzondering van het Bantiks dat tot de Sangirese talen behoort en van het Ponosakans, dat een dialect is van het Mongondous).
Voor de eerste aanrakingen met de Nederlanders zie Manado.
De districtshoofden hebben de titel „majoor” en „hoekoem besar”, de dorpshoofden ,,hoekoem toea”.
Ook de Minahassers waren vroeger koppensnellers.
Door godsdienst en onderwijs, welk laatste er reeds op ruime schaal werd gegeven toen dit de Inlander elders nog zeer schaars was toebedeeld, behoren de Minahassers tot de meest vooraanstaande volken van de archipel.
Zij zijn zeer gezochte krachten bij de handel en de scheepvaart, alsmede op de gouvernement bureaus.
Ook als militair behoren zij tot de meest gewaardeerde elementen in het leger, waarin zij met de Ambonezen worden aangeduid met de verzamelnaam „Ambonezen”.
Een en ander is aanleiding tot een veelvuldig uitzwermen van veelal tot de beste elementen behorende mannen, wat het land uiteraard niet ten goede komt.
De Minahasser is ijverig en betrouwbaar, maar voelt zich minder aangetrokken tot koelie- en veldarbeid.
Diefstal kwam er vroeger niet voor en nog geldt dit delict er als een grote schande.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage