Haarwassen II - Djamu

Voor men het haar gaat wassen, is het goed de hoofdhuid met kelapa olie in te smeren.
Dit in masseren doet men met de vingertoppen.
De roos laat dan los en wordt er met een (stof)kam uit gekamd.
Nu was men het haar met het van te voren bereidde haarwater (zie haarwassen I).
Voeg er geen ander haarwasmiddel bij.
Was het haar tot de hoofdhuid wit ziet en het haar niet meer vettig is.
Druppel er nu wat sap van jeruk-purut over het hoofd en spoel het na met zacht water, waarin eventueel bloemen of parfum is gemengd.
Het haar wordt daarna met een handdoek droog gewreven (zonder wringen) en men laat het los hangend verder drogen.
Als het helemaal gedroogd is mag men het kammen met een zeer grove kam.
Let op dat de kam geen gebroken of gespleten punten heeft want anders breekt het de haren af.

Bij stug en weerspannig haar, kan men het, nadat het haar bevochtigd is met het sap van de jeruk purut bladeren er nog wat kelapa susu (santen) aan toevoegen.
Men wast dit dan weer uit met geurig zacht water.
Het haar wordt er los en zacht van

Kelapa of klapper of kokos
Latijnse naam: Cocos nucifera

zie onder planten-delen

kelapa-susu

Jeruk purut
Latijnse naam: Citrus hystrix DC.
Familie: Rutaceae

Deze boom is gemakkelijk herkenbaar aan de bladeren, waarvan de stelen bladachtig verbreed zijn, waardoor het lijkt, alsof twee blaadjes met eenzelfde hoofdnerf boven elkaar zitten.
De bloemen zijn geelwit, soms iets rood aangelopen en zeer klein.
De vruchten zijn eirond. De schil is vol diepe groeven en wordt bij volkomen rijpheid geelgroen.
Het vruchtvlees is geelgroen en smaakt zeer zuur, vaak ook een weinig bitter.
De dikke schil is buitengewoon geurig, wordt gekonfijt en voor het kruiden van vleesgerechten gebruikt.
De geraspte schil gebruikt men voor haarwassing.
De bladeren zijn een specerij voor de rijsttafel.