INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19594951 Bezoekers
24 Bezoekers online
Een goed hoestdrankje maakt men door bladeren van kucing (daun jinten of kumis kucing) in water te koken met een stukje kayu manis cina (zoethout), wat ketumbar (koriander) en een beetje gula aren.
Een ander middel is per dag drie pace vruchten te eten.
Deze worden door een doekje uitgeperst en naar smaak met gula aren of kandijsuiker zoet gemaakt.
Voor hoestmiddeltjes mag nooit gula tebu of gula kelapa worden gebruikt.
Deze veroorzaken keelkriebeling, wat met gula aren niet het geval is.
Uiterlijk lijken deze suikersoorten veel op elkaar, maar de smaak is heel verschillend.
Een kruid met houtachtige stengels, dat tot op 1000 m zeehoogte in tuinen wordt aangeplant.
De vlezige bladeren, die oorzaak zijn, dat de plant ook met de naam daun tebel wordt aangeduid, ruiken lekker en worden gebruikt, om er het hoofdhaar en de kleren onder het wassen te bestrijken.
Op Java heet de plant ook wel daun kucing.
Deze plant bloeit zelden en wordt door stekken vermeerderd.
Het zijn wortelstukjes van G. glabra die hier geïmporteerd worden uit Noord-China.
Zoethout vindt algemeen toepassing in Indische jamus en wordt ook wel afzonderlijk gekauwd als middel tegen mondspruw.
Het zoethout uit de apotheken was meestal van Europese herkomst.
Door indampen van het waterig aftreksel uit verse wortels maakt men drop.
Dit kruid wordt in de laagvlakte zowel als in de bergstreken geteeld.
De bladeren worden door de Chinese bevolking graag als moeskruid gegeten.
De vruchtjes, koriander geheten, worden als specerij in de Indische keuken gebruikt en zijn ook een bekend inlands geneesmiddel.
Veel van wat hier verkocht wordt, is echter van de overwal geïmporteerd en niet hier gekweekt.
Ketumbar verhoogt de werking van de maagsappen.
Vlees, dat met ketumbar gekruid is, is gemakkelijker te verteren.
Omdat het verteringsvermogen van het menselijk lichaam in de tropen kleiner is dan in de gematigde luchtstreken, komt ketumbar in bijna alle
Indische keukenrecepten voor.
Ook bij de bereiding van dengdeng is ketoembar onmisbaar.
Gula aren: zie gula jawa
Deze lage boom komt aan het zeestrand wel in het wild voor.
De vruchten hebben veel pitten en smaken bitter.
In de lage bergstreken wordt echter een veredelde variëteit aangeplant met pitloze vruchten, die zeer zoet zijn.
Anders dan als medicijn worden ze weinig gegeten.
Half rijp worden ze wel als rujak bereid.
Rijp zijnde, gaan ze spoedig rotten en verspreiden dan een ondraaglijke stank.
De boom wordt in hoofdzaak aangeplant om de wortelbast, die een verfstof levert voor de batik industrie.
De jonge bladeren en het sap uit de vruchten zijn een voorbehoedmiddel tegen allerlei kwalen en ziekten, omdat ze het lichaam zuiveren.
Uit de bast wordt zalf bereid.
Het moes van de rijpe vruchten verwijdert roest van metalen en door dit moes op linnengoed te smeren en dan te bleken, verwijdert men weervlekken.
Voor pluimveehouders bewijst deze boom ook goede diensten.
Bij kippendifteritis, wanneer de ogen van de dieren dik en ontstoken zijn en uit den bek slijmerig vocht vloeit en bij kippenpokken, wanneer de kap vol uitslag en puisten zit en de afgang slecht en waterig is, dient men de dieren des morgens een theelepeltje patje-sap toe.
Vooral uitheemse kippenrassen en kalkoenen krijgen deze ziekten.
Bij pokken wast men bovendien de ontstoken plekken met dit sap.
Waarschuwing: neem altijd eerst contact op met uw arts voordat u
gebruik maakt van de informatie, middelen en of (be)handelingen op deze website.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage