INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19640075 Bezoekers
38 Bezoekers online
Een uitstekend middel bij geïnfecteerde wonden is een papje van de oude overjarige empu (hoofdknol) kunir, die oranjeachtig van kleur en oliehoudend is.
Deze moet vers gebruikt worden want gedroogd heeft hij geen waarde.
Deze plant komt over geheel Java wildgroeiend voor vooral in jati-bossen en is een van de meest bekende temu soorten, dat zijn planten, die om de wortel gezocht zijn.
De Javaan noemt haar kunir of temu kuning.
In de Maleisische streken zegt men kunci.
Men kan deze plant gemakkelijk zelf op het erf kweken.
Het beste lukt dit in losse grond. Als de aarde goed wordt omgespit, krijgt men overvloedig knollen.
Deze knollen worden gestampt of geraspt en leveren zo de kerrie, die dient, om spijzen te kruiden en geel te kleuren.
Men kiest daarvoor bij voorkeur de kleine zijknollen, terwijl de hoofd- of moederknol als medicijn wordt aangewend, vooral wanneer deze overjarig is.
Deze hoofdknol of empu, zoals de Javaan zegt, moet op de doorsnee oranjekleurig zijn en bevat veel olie.
De knol moet vers worden gebruikt, want gedroogd heeft hij althans als ontsmettingsmiddel weinig waarde meer.
Vermenigvuldiging gebeurd door het uitplanten van afgesneden knollen.
Op Sumatra eet men de bladeren, die zeer aromatisch zijn, als groente.
Waarschuwing: neem altijd eerst contact op met uw arts voordat u
gebruik maakt van de informatie, middelen en of (be)handelingen op deze website.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage