INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19595015 Bezoekers
10 Bezoekers online
De Zeereis van Holland naar Ned. Indië in oorlogstijd.
19 Maart - 23 Maart 1918
Kobe.
De natuurlijke haven heeft een sector vorm evenals Yokohama. In de ronding van die sector zijn pieren in zee uitgebouwd en daaraan meren de schepen.
(Foto webmaster: Haven Kobe 1930)
Om 6 uur gingen wij aan wal. Deze stad is meer europeesch dan Yokohama althans nabij de haven. De binnenstad vertoont hetzelfde rommelige beeld als Yokohama. Middenin de binnenstad is een groot met boomen begroeid plein waarop tenten met koopwaren en en diverse volks vermakelijkheden.
In een van de theaters gingen we binnen het was primitief van inrichting en erg smerig. Het spel werd ingeluid door zware gongslagen en een schetterend geluid van diverse blaasinstrumenten. Het geluid verzwakte en twee japansche dames kwamen op en spraken met elkander vervolgens twee heren allen in gewone kleeding zoo men ook op straat draagt en het toneelspel begon. Het publiek lachte daverend wij begrepen natuurlijk niet waarom want japans is wel wat anders dan Hollands.
Wij bleven maar een korte tijd in die griebes. Verder bezichtigden wij een tempel (waarin een Boedha beeld als op bldz. 61) dronken dicht daarbij een kop thee vriendelijk geserveerd door japansche meisjes en keerden terug naar boord.
20 Maart. In de morgen wisselden wij fl. 10,- en kregen maar 7,5 Yen dus 0,5 Yen te weinig doch anders moest je de stad in en wij wilden aan boord zijn en daar wat speelgoed voor de kinderen in Holland koopen en gingen we tot de middag terug aan boord. Behalve kooplieden die voor geld leverden was er ook veel ruilhandel Tjinkie voor Tjinkie noemen ze dat daar. Voor een oude jas kreeg ik een servies en twee vazen, waarde c.a. 30 Yen = fl. 37,50.
In de middag maakten wij een auto trip, bezochten o.a. een atelier waar Japansch porselein werd gemaakt.
Het is interessant om te zien hoe hier porcelein met de hand beschilderd wordt. Het porcelein ondergaat naar het aantal kleuren 6 of 7 behandelingen. Een persoon regelt het gereedmaken der kleuren door menging en wrijving. Andere mannen doen het verfwerk sommigen het grovere anderen het fijnere werk met een loupe voor het oog. Na het aanbrengen van de beschildering wordt het geheel geglazuurd. De prachtstukken die daar te zien waren waren legio en kosten heel duur. Alles wat wij aan boord kochten en zagen behoort tot het gewone goedkope porcelein en is dan ook erg goedkoop. Een heel klein poederdoosje van goede kwaliteit kost 2,5 Yen en een bonbons altje 60 a 70 Yen.
Verder kwamen wij weer eens bij een Baptistentempel (schrijver bedoelt een Boedistische tempel red.) alwaar juist een dienst werd gehouden. De eigenaardige manier van bidden en offeren is ons heel vreemd. De menschen komen in de handen klappend voor de offer tafel en roepen zoo hun God aan. Na eenige sierlijke buigingen offeren zij een handvol rijst in een daarvoor gereed staande kist. Daarna gaan de menschen naar de voorzijde van de tempel waar een groote bel ( ) hangt aan een 10 cm dik touw en waaronder drie kettingen hangen met een pluim eraan. Aan die pluim geven ze een rukje zoodat de kettingen tegen de bel komen en een eigenaardig stemmig geluid geven. Daarna buigen ze weer en prevelen doorlopend gebeden en al schuivelend bereiken ze de uitgang. Buiten rond de tempel wemelt het van tentjes met koop en eetwaren en thee salons. Vlak voor de tempel stonden groote en kleine bronzen beelden. Ook stond daartussen een kanon buitgemaakt op de Russen in de oorlog van 1905.
Wij keerden weer terug aan boord en brachten daar de avond door.
21 Maart. s'Morgens gingen wij een bergwandeling maken en zagen een natuur steen exploitatie. Op groote hoogte werden groote brokken natuursteen losgemaakt en op een geschikte plaats gebracht alwaar deze werden losgelaten en op eigen kracht honderden meters omlaag rolden tot aan de voet van de berg. Overal op de berghelling kwam je zulke banen tegen en je moest goed oppassen om daarbij geen ongeval op te lopen. Jeane werd moe en dus wandelden wij terug naar boord door het Europeesche deel van de stad waar een groot restaurant is. s'Middags bleef Jeane aan boord. Ik ging met twee heren en een dame naar de waterval in de regen. We gingen per rikshaw en waren er dus vlug. Tot de waterval was het evenwel een behoorlijke klimpartij doch de moeite werd beloond met een prachtig zicht op de tientallen meters hooge waterval midden in de ongerepte natuur.
Op de terugweg kwamen we weer langs een tempel alwaar juist een doopplechtigheid plaats vond. Wij maakten die plechtigheid geheel mede. De moeder en de peettante kwamen met het kind de tempel binnen en knielden voor het z.g.n. altaar. De priester volgt en zet zich links van het altaar neder, daar staat een houten bankje waarin een gat. In dat gat staat een lange stok waaraan een pluim van stroo en papier. Voor dat bankje knielt de priester en klapt in de handen en buigt het hoofd eenige keren eerst korte daarna diepe buigingen tot hij tenslotte bij de laatste buiging met het hoofd de grond raakt. Alsdan zegt hij een gebed op en verheft zich weder neemt de stok met de pluimen naar het altaar en wuift met de pluim daar overheen. Hij keert zich om en gaat naar het kind. Het hoofd van het kind wordt ontbloot en daarboven zwaait de priester sierlijk met de pluim onder het prevelen van de doopformule Daarna gaat hij ter rechterzijde van het kind staan en leest hij van papier de naam van het kind enz.. Hierna zingt hij een eindgezang op slepende melodie en daarmee is de plechtigheid ten einde.
22 Maart. Om 8 uur zouden wij vertrekken doch het werd half tien eer wij het ruime sop kozen op weg naar Nagasaki, weer een mooie kustreis om de Zuidpunt van Japan. Japan bestaat uit drie groote eilanden (1) Hansjoe de Hondo als grootste waarop Tokio Yokohama en Hirosjima liggen. (2) een klein tusschen eiland Sokoe waar wij nu langs varen en een wat grooter zuidelijk eiland (3) Kioetsjoe waarop Nagasaki ligt.
In de dagen dat wij te Kobe lagen vernamen wij eigenaardige berichten over het requireren van neutrale schepen door de Engelschen t.b.v. de groote wereldoorlog. Doch wij zelve hadden daarvan nog geen hinder ondervonden.
Het vertrek uit Kobe was ook weer prachtig doch het duurde slechts kort want reeds om twaalf uur lag de open zee voor ons en verdween achter ons het land.
Tot 2 uur van de volgende dag (23 Maart) zaten wij weer tussen lucht en wat er toen plots aan de horizont een Engelsche hulpkruiser verscheen, althans een engelsch oorlogsvaartuig. Er werd over en weer geseind doch wij werden niets wijzer gemaakt. Om 3 uur passeerden wij een op twee poten in zee staande rots waar een groot schip onderdoor zou kunnen varen en nadat wij daar voorbij waren deden de toppen van de bergen zich weer zien welke al snel duidelijker aftekenden en om 4 uur lagen we op de reede van Nagasaki.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage