INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19282781 Bezoekers
44 Bezoekers online
werd 8 januari 1587 te Hoorn geboren.
Van 1601 tot 1607 was hij om de handel te leren werkzaam op een Vlaams kantoor te Rome.
In laatstgenoemd jaar ging hij als onderkoopman in dienst van de Compagnie naar Indië, vanwaar hij in 1611 terugkeerde.
In 1612 vertrok hij daar weer heen, nu als opperkoopman, om al spoedig te worden benoemd tot directeur-generaal over alle verantwoordelijken van handel in Indië.
Hij was er gouverneur-generaal van 1619 tot 1623 en voor de tweede keer van 1627 tot 1629.
Voor de stichting van Batavia zie aldaar.
Het was in de brief aan bewindhebbers om hem te steunen om Jacatra in een sterkte te herscheppen dat Coen de gevleugelde woorden schreef: ,,dispereert niet, ...... daer can in Indië wat groots verricht worden”.
Bestuur en rechtswezen werden door hem in het nieuw verworven gebied uitstekend geregeld.
In 1621 ging Coen naar de Bandaeilanden om de sluikhandel aldaar te breken: de eilanden werden tot onderwerping gebracht.
Na zijn aftreden in 1623 in het vaderland teruggekeerd werd hij tot bewindhebber benoemd.
In 1624 wederom tot gouverneur-generaal aangesteld duurde het tot 1627 eer hij deze waardigheid aanvaardde.
Gedurende zijn tweede ambtsperiode werd Batavia tweemaal zonder succes door Mataram belegerd.
Gedurende het tweede beleg overleed Coen 21 September 1629.
Coen was niet alleen een krachtig en beleidvol bevelhebber, maar was ook een uitmuntend bestuurder met grote organisatorische talenten.
Met recht wordt hij beschouwd als de grondlegger van het Nederlands gezag in de Indische Archipel.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage