Zoek
 
Sluiten
INDISCHE ENCYCLOPEDIE
Indopedia
INDOPEDIA
De Indische Encyclopedie
 

Index encyclopedie

Tel. / adres boeken

Recepten, Gerechten

Djamu (Jamu) - medicinale kruiden , planten en vruchten. Ziekten & Kwalen

Indische Boekrecensies

Verhalen

Bladmuziek Krontjong

Bezoekers vanaf jun. '09

 19595019 Bezoekers

 14 Bezoekers online

rss Deze artikelen zijn ook met een RSS reader te lezen. :
https://indopedia.nl/data/nl-articles.xml

Brandwonden II - Djamu

Een zalfje van klapperolie en sirihkalk op de brandblaren gesmeerd, helpt ook tegen de pijn.

Kelapa of klapper of kokos
Latijnse naam: Cocos nucifera

Kokosolie (synoniem kokosvet of klapperolie) is een tropische olie, die wordt verkregen door persen of extractie van het witte vruchtvlees van de vrucht van de kokospalm (), de kokosnoot.
Kokosolie heeft een smeltpunt van rond de 24-26 °C en is daarom in ons klimaat meestal gestold, en dus een vet.
In tropische gebieden is heeft het meestal een vloeibare consistentie, een olie.
Zo'n twee derde van het droge gedeelte van het kokosvlees bestaat uit kokosolie/vet.
Kokosolie hoort wit te zijn.
Een bruinachtige kleur kan ontstaan als er iets van de bruine bast in de olie terecht is gekomen of door rook, als gevolg van het droogproces.

We onderscheiden verschillende soorten naar de kleur der vruchten, naar de geaardheid van de bladnerven of naar nog andere eigenschappen.
Vaak heeft het te maken met de leeftijd van de klapper.
Kelapa muda (beluluk)  is de jonge noot, kelapa cengkir  is iets ouder.
De kelapa degan  is op de helft en de kelapa tua  is een volwassen klapper.

Kokosolie verlaagt de cholesterol-HDL-cholesterolratio

De klapperboom of kokospalm, die de klappers of kokosnoten levert, groeit het best in de lage kuststreken.

Voor het meest geneeskrachtig houdt men de kelapa ijo, dat is een laat rijpe soort, die grote vruchten heeft, die, zolang ze jong zijn, een groene kleur hebben in tegenstelling met de meeste andere variëteiten, waarvan de onrijpe vruchten geel of lichtbruin zijn.

Zeer jonge klappers, niet groter dan een vuist bijvoorbeeld, noemt de Javaan beluluk en wanneer ze niet geplukt, doch toevallig afgevallen zijn, beluluk lupa.
Deze worden gebruikt om er een zalf van te maken tegen moeilijk te genezen wonden.

Binnen in de dop van elke klapper bevindt zich vocht, dat klapperwater genoemd wordt.
Klapperwater van de kelapa ijo is een beproefd geneesmiddel bij vergiftigingen.
Dikwijls wordt het nog gemengd met klapperolie, vooral bij de. behandeling van vergiftiging van het vee en van honden.
Het klapperwater uit oude klappers helpt tegen santoninevergiftiging, welke ontstaat door het gebruik van mungsi arab (wormkruid).

Het klapperwater, dat bij gebrek aan andere dranken een best middel is, om de dorst te lessen, is het smakelijkst uit de klappers, die wel reeds hun volledige wasdom bereikt hebben, maar waarvan de dop nog niet verhard is.
Naarmate de vrucht groeit, zet zich tegen de binnenwand van de dop het witte vruchtvlees (eigenlijk kiemwit) af.
Bij jonge klappers is dit zacht; bij oudere wordt het harder.
Het jonge vruchtvlees wordt vaak als versnapering gegeten.

De rijpe noten worden gebroken en het vruchtvlees gedroogd.
Deze stukken vormen onder de handelsnaam copra (wat gedroogd vruchtvlees van de klapper is) een zeer belangrijk uitvoerproduct.
Het bevat een groot percentage vet, dat in Europa fabrieksmatig wordt gewonnen en een belangrijk bestanddeel is van de margarine en andere kunstmatig samengestelde spijsvetten.
Door het vruchtvlees van oude klappers te raspen en met water uit te persen, krijgt men de zogenaamde klappermelk of santen.
Santen is een onontbeerlijk ingrediënt bij de rijsttafel bereiding.
Het doet de rijst gemakkelijker verteren. I
n de Oostmoesson is het echter geraden, niet dagelijks sajur te eten, die met santen is klaargemaakt.
Vooral voor buiklijders en mensen met zwakke magen is het gebruik van veel santen slecht.

Klapperolie wordt gekookt uit santen of wel uit het geraspte klappervlees.
Deze olie wordt op uitgebreide schaal in de keuken gebruikt.
Vers is ze lang niet onsmakelijk, maar ze wordt snel oud en ranzig en krijgt dan een voor de Europeaan weerzinwekkende lucht.
Men kan het ranzig worden tegengaan, door een stukje kunir ( zie index)  in de olie te leggen.
Is ze eenmaal ranzig, dan helpt het opkoken met wat verse klappermelk, of door er een stukje oud brood in te bakken, tot dit goed zwart is geworden.
De harde vruchtschalen, welke ook olie bevatten, worden verwerkt tot allerlei huishoudelijke artikelen.
De olie, daaruit getrokken, is een middel tegen kiespijn.
De as van de bloem- en bladscheden wordt gebruikt  als laxeermiddel, wanneer geen enkel ander middel meer helpt.
Jonge, nog niet geopende klapper bladeren werken stoppend.

Te gebruiken bij:   

    Aambeien(droge)
    Berg   
    Bloedingen (inwendige)   
    Brandwonden    
    Cholera
    Darmbloeding    
    Diarree of buikloop  
    Dysenterie
    Haaruitval  
    Haarverzorging   
    Haarwassing
    Hoofdpijn door kouvatten  
    Hoofduitslag
    Huiduitslag (jeukerige)
    Jeuk
    Kiespijn  
    Koorts   
    Laxeermiddelen   
    Lenden pijn    
    Maden
    Malaria
    Middelen ter bevordering van het urineren   
    Negenoog    
    Ontlasting bij kinderen  
    Ontlasting  
    Reumatiek    
    Schurft    
    Stijve nek    
    Stopmiddel  
    Vergiftiging   
    Verzwikking
    Zwartwaterkoorts
    wonden (jeukerige)  
    wonden (kap-)  
    wonden (wassen, zuiveren en afsluiten van)
    wonden

klapperboomklapper

kelapa

Sirih
Latijnse naam: Betelpeper                                           

Sirih is een klimplant en is nauw verwant aan de peperplant.
Het blad heeft kleine nerven die in de middennerf bijeenkomen.
Volgens een oud bijgeloof is dit een aanwijzing dat dit blad geneeskrachtig is.
Er zijn verscheidene soorten maar voor de medicijnen wordt bijna altijd sirih ros of sirih itam gebruikt.
Vroeger groeide deze plant nog in het hooggebergte maar komt er nu niet meer voor.  
Haar werking is zuiverend en slijmoplossend.
Bij de Javaan is dit middel ook bekend als genotsmiddel.
De plant teelt zich voort door stekken en het schijnt dat kippenmest een goede invloed heeft.

sirih

Het kauwen van betel (het kauwen van de Arecanoot)

In Indonesië noemt men het: het kauwen van de "Sirih-Pinang".

De noot wordt in kleine brokjes gehakt en ingepakt in een stuk betelblad (niet van de betelpalm maar van de betelpeperstruik) en vermengd met wat ongebluste kalk, kruidnagel en pruimtabak .
Het gecombineerd gebruik met kalk versterkt het effect van de betelnoot doordat de stof areciline omgezet wordt in de werkzame stof arecaidine.
De kalk is, afhankelijk van wat de omgeving te bieden heeft, afkomstig van kalkrotsen, koraal, zeeschelpen of slakkenhuisjes.
Er ontstaat bij menging een rode pasta die bij het kauwen het speeksel vuurrood kleurt. Bij chronisch gebruik verkleuren de tanden rood.
Na het kauwen worden de dan smakeloos geworden resten uitgespuugd.
Om de bittere smaak te verfijnen wordt, afhankelijk van regio, budget of beschikbaarheid het "betelhapje" nog voorzien van soms wel tientallen andere ingrediënten (honing, vruchten, gemalen noten, pepermunt, salmiak, zoethout en extracten van planten).
Vaak claimt de verkoper dat ook dit de werking zal versterken.
.
Effect: Gaat het hongergevoel tegen en heeft een licht euforische en opwekkende werking.
Bijwerkingen: misselijkheid, buikloop, verhoogde hartslag, irritatie van de slijmvliezen, gebitschade, bij chronisch gebruik verhoogde kans op gezwellen aan de mond en slijmvliezen. (niet volledig)

sirih-pinang-vrouwsirih-pinang-set

       

Waarschuwing: neem altijd eerst contact op met uw huisarts voordat u
gebruik maakt van de informatie, middelen en of (be)handelingen op deze website.


Creatie datum: 03/01/2017 09:42
Categorie: - B - Ziekten & Kwalen
Pagina gelezen 7084 keren


Reacties op dit artikel

Er heeft nog niemand gereageerd.

Nieuws van den dag uit het voormalig Nederlandsch-Indië