INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
20031282 Bezoekers
66 Bezoekers online
Van de vóór-Islamitische tijd is van de Maleise literatuur niets bekend. Wel gingen door mondelinge overlevering legenden, verhalen, gedichten van geslacht op geslacht.
Onder de fabels nemen de dierenfabels een belangrijke plaats in en vooral de dwerghertverhalen, waarin de pelandoek (Mal., kantjil Jav.) of de kidang enigszins de rol vervult van Reinaert de Vos in de Germaanse dierfabels.
Een Maleise verzameling „Hikajat Pelandoek” is uitgegeven door
H. C. Klinkert.
In deze fabels treedt vooral het komische element op de voorgrond.
Onder de bekende literatuur behoren ook de „pantoens”, vierregelige rijmpjes, waarvan de beide eerste regels weinig of geen verband houden met de beide laatste.
Het aanhalen of reciteren hiervan is zowel bij Maleiers als Javanen nog zeer in zwang.
Ook typisch Maleis zijn kleine leerzame verhaaltjes.
Een bundel hiervan „Boenga Rampaj” is uitgegeven door A. F. von Dewall.
De Maleise geschiedkundige verhalen hebben historisch weinig of geen waarde (de Javaanse evenmin); de stamvader van een dynastie wordt meestal opgevoerd tot een dier, terwijl de vorsten er uiteraard in worden verheerlijkt.
Toch hebben deze wel waarde als literatuurproducten en als bron van etnologische kennis.
Een gunstige uitzondering hierop maakt de „Sjadjarah Melajoe” van 1610, hetwelk gedeeltelijk handelt over de komst van de Portugezen.
De strijd van de Nederlanders tegen de Maleiers en Portugezen is beschreven in de „Hikajat Negeri Riau”, de „Sjadjarah Radja Radja Riau” en de „Atoeran Satia Boegis dengan Melajoe”.
Ook de „Hikajat Radja Radja Pasai” daterend van 1621 en uitgegeven door
H. C. Klinkert, geniet bekendheid.
Verder bestaan kronieken over enige Borneo’se rijkjes (Kotawaringin), Koetai) en over Atjeh.
Nog mag worden genoemd de „Hikajat Hang Toeah”, die vele historische gegevens bevat en de romantische geschiedenis verhaalt van den Maleise held Hang Toeah.
Vertalingen uit het Arabisch, Perzisch en Hindoestaans zijn zeer talrijk. Algemene bekendheid genieten de Sanskrit-epen „Mahabharata” en Ramayana, meer bekend uit het Javaans, uit welke taal zij in het Maleis zijn vertaald.
Ook uit het Javaans is veel vertaald (wajang-verhalen).
Van de vertalingen van Sanskrit fabelboeken is zeer bekend de „Hikajat Kalilah dan Daminah”, in Latijnse letters uitgegeven door
J. R. P. F. Gonggryp, naast het papegaai-verhaal „Hikajat Bajan Boediman”. De „Hikajat Amir Hamsah” in de geschiedenis van Mohammad Hanafijah betreffen personen uit Mohammeds omgeving.
De „Hikajat Abdoellah” is uitgegeven door Klinkert.
Nieuwer is de „Abdoellah bin Abdoe1 Kadir Moensji”.
Hoezeer zich hoofdzakelijk op adatgebied bewegend, mag ook nog tot de literatuur worden gerekend de „Adat Radja Radja Melajoe”.
Als voorbeeld van een van vreemde smetten vrije roman wordt genoemd de „Hikajat Si Miskin”.
Grote verbetering in de Maleise literatuur is gebracht door het kantoor voor de volkslectuur (zie aldaar), tot welks taak behoort de uitgave en verspreiding van boeken (w.o. romans en gedichten), zowel oorspronkelijke en vertaalde, ingezonden als ten kantore samengestelde; de uitgave van het Maleise periodiek Pandji Poestaka (tweemaal per week); en ten slotte de zorg voor de Inlandse volksbibliotheek, welke zijn ondergebracht in de 2e klasse Inlandse scholen en de Hollands-Inlandse scholen.
Deze boeken en periodieken vinden in de Inlandse Maatschappij veel aftrek. Behalve op bovengenoemde wijze worden zij aan de man gebracht door auto’s, ingericht als boekenwinkel.
Een literatuurgeschiedenis van het Maleis is nog nimmer samengesteld. Bekend is Dr. J. J. de Hollanders „Handleiding tot de beoefening van de Maleise taal- en letterkunde”.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage