INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19807271 Bezoekers
24 Bezoekers online
Neem een handvol daun saga, blaadjes en steeltjes, een rood berguitje, drie korrels adas manis en een klein stukje kayu pulasari.
Pak dat met een klontje suiker in een pisangblad en stoom het een kwartier lang.
Daarna wordt alles door een doekje gezeefd en het kind voor het slapen gaan ingegeven.
Een halfheester met dunne stengels. De peulen bevatten glanzend gladde, rode zaden met zwarte vlekjes en worden Paternosterboontjes genoemd.
Rauw zijn deze boontjes zeer giftig; gekookt echter geheel onschadelijk.
De inlandse goudsmeden bereiden er een soort lijm uit, die ze bij het solderen gebruiken.
De gladde dunne blaadjes en de steeltjes smaken naar zoethout.
Dit zijn de kleine, grijsgroene, fijn behaarde anijsvruchtjes.
Anijs komt in veel Indische recepten voor, om de verwarmende en gasafdrijvende werking.
Het wordt in Indonesië zeer weinig gekweekt.
Wat in de handel is, is dan ook meestal geïmporteerd
De Javaanse benaming voor anijs is adas manis.
Deze liaan met mooie witte bloemen komt op verschillende eilanden van de Archipel in de hoge bossen in de bergen voor.
De bast wordt ingezameld en vormt een belangrijk handelsartikel.
Hij ziet er uit als kaneel.
In vrijwel geen enkel samengesteld geneesmiddel zal pulasaribast (meestal met adas) onbreken.
In de medicijnhandel spreekt men van adas-pulasari, als ware het een ingrediënt.
Waarschuwing: neem altijd eerst contact op met uw arts voordat u
gebruik maakt van de informatie, middelen en of (be)handelingen op deze website.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage